Kaspersky Endpoint Security scant een object niet als de schijf of de map met dit object is toegevoegd aan het scanbereik bij de start van een van de scantaken. De scanuitzondering wordt wel niet toegepast wanneer een Aangepaste Scan voor dit specifieke object wordt gestart.
Selecteer Uitzonderingen in het gedeelte Algemene instellingen links in het venster.
De instellingen voor de uitzonderingen worden rechts in het venster weergegeven.
Klik in het gedeelte Scanuitzonderingen en vertrouwde zone op de knop Instellingen.
Het venster Vertrouwde zone wordt geopend en het tabblad Scanuitzonderingen wordt weergegeven.
Klik op de knop Toevoegen.
Het venster Scanuitzondering wordt geopend. In dit venster kunt u een scanuitzondering aanmaken met een of meer criteria uit het gedeelte Eigenschappen.
Zo stelt u in dat een bestand of een map niet moet worden gescand:
Schakel in het gedeelte Eigenschappen het selectievakje Bestand of map in.
Klik op de koppeling Bestand of map selecteren in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering om het venster Naam van bestand of map te openen.
Een masker van een bestands- of mapnaam is een voorstelling van de naam van een map of de naam en extensie van een bestand met normale tekens.
U kunt de volgende tekens gebruiken om het masker van een bestands- of mapnaam te maken:
Het teken * (sterretje), dat een willekeurige reeks tekens in de bestands- of mapnaam voorstelt, behalve de tekens \ en / (scheidingstekens van de namen van bestanden en mappen in paden naar bestanden en mappen). Het masker C:\*\*.txt omvat bijvoorbeeld alle paden naar bestanden met de TXT-extensie die zich in mappen op de C-schijf bevinden, maar niet in submappen.
Twee opeenvolgende sterretjes ( ** ) stellen een willekeurige reeks tekens voor (inclusief een lege reeks) in de bestands- of mapnaam, met inbegrip van de tekens \ en / (scheidingstekens van de namen van bestanden en mappen in paden naar bestanden en mappen). Het masker C:\**\*.txt omvat bijvoorbeeld alle paden naar bestanden met de TXT-extensie in een willekeurige map op de C-schijf.
De naam en extensie van een bestand worden altijd gescheiden door een punt.
Het teken ? (vraagteken), dat een enkel willekeurig teken in de bestands- of mapnaam voorstelt, behalve de tekens \ en / (scheidingstekens van de namen van bestanden en mappen in paden naar bestanden en mappen). Het masker C:\**\???.txt omvat bijvoorbeeld paden naar alle bestanden die een naam bestaande uit drie tekens en een TXT-extensie hebben en die zich in mappen op de C-schijf bevinden.
Alle andere tekens zijn toegestaan in de namen van bestanden en mappen.
Kaspersky Endpoint Security blokkeert de invoer van de volgende tekens die ongeldig zijn voor bestands- en mapnamen: <, >, |, ".
Klik in het venster Naam van bestand of map op OK.
Een koppeling naar het toegevoegde bestand of de toegevoegde map wordt in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering van het venster Scanuitzondering weergegeven.
Zo stelt u in dat objecten met een specifieke naam niet moeten worden gescand:
Schakel in het gedeelte Eigenschappen het selectievakje Objectnaam in.
Klik op de koppeling Voer objectnaam in in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering om het venster Objectnaam te openen.
Voer de objectnaam of het naammasker in volgens de classificatie van de Virusencyclopedie van Kaspersky:
Klik op OK in het venster Objectnaam.
Een koppeling naar de toegevoegde objectnaam wordt in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering van het venster Scanuitzondering weergegeven.
Zo stelt u in dat een objecten met een specifieke hash niet moet worden gescand:
Schakel in het gedeelte Eigenschappen het selectievakje Objecthash in.
Klik op de koppeling voer objecthash in in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering om het venster Objecthash te openen.
Voer de SHA256-hash van het object in volgens de classificatie in de Virusencyclopedie van Kaspersky of selecteer het bestand door op de knop Bladeren te klikken.
Klik op OK in het venster Objecthash.
Een koppeling naar de toegevoegde objecthash wordt in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering van het venster Scanuitzondering weergegeven.
Typ indien nodig in het veld Opmerking een korte opmerking over de scanuitzondering die u maakt.
Geef de onderdelen van Kaspersky Endpoint Security op die de scanuitzondering moeten gebruiken:
Klik op de koppeling Alle in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering om de koppeling Selecteer onderdelen te activeren.
Klik op de koppeling Selecteer onderdelen om het venster Beschermingsonderdelen te openen.
Schakel de selectievakjes naast de onderdelen in die de scanuitzondering moeten gebruiken.
Klik in het venster Beschermingsonderdelen op OK.
Als de onderdelen in de instellingen van de scanuitzondering zijn opgegeven, wordt deze uitzondering alleen toegepast wanneer deze onderdelen van Kaspersky Endpoint Security scans uitvoeren.
Als de onderdelen niet in de instellingen van de scanuitzondering zijn opgegeven, wordt deze uitzondering toegepast wanneer alle onderdelen van Kaspersky Endpoint Security scans uitvoeren.
Klik in het venster Scanuitzondering op OK.
De scanuitzondering die u hebt toegevoegd, wordt in de tabel op het tabblad Scanuitzonderingen van het venster Vertrouwde zone weergegeven. De geconfigureerde instellingen van deze scanuitzondering worden in het gedeelte Beschrijving van scanuitzondering weergegeven.
Klik in het venster Vertrouwde zone op OK.
Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.