Controle van programma-integriteit
Kaspersky Endpoint Security controleert de programmamodules op beschadiging of wijzigingen. Als een programmabibliotheek bijvoorbeeld een onjuiste digitale handtekening heeft, wordt de bibliotheek als beschadigd beschouwd. De taak Integriteitscontrole is bedoeld voor het scannen van programmabestanden. Start de taak Integriteitscontrole als Kaspersky Endpoint Security een schadelijk object heeft gevonden maar het niet heeft geneutraliseerd.
U kunt de taak Integriteitscontrole zowel in de Webconsole van Kaspersky Security Center als in de Beheerconsole maken. Het is niet mogelijk om een taak in Kaspersky Security Center Cloud Console te maken.
De programma-integriteit kan in de volgende gevallen worden geschonden:
- Een schadelijk object heeft bestanden van Kaspersky Endpoint Security gewijzigd. In dit geval moet u de procedure uitvoeren voor het herstellen van Kaspersky Endpoint Security met behulp van de hulpprogramma's van het besturingssysteem. Na het herstel start u een volledige scan van de computer en herhaalt u de integriteitscontrole.
- De digitale handtekening is verlopen. In dit geval moet u Kaspersky Endpoint Security updaten.
Een programma-integriteitscontrole uitvoeren via de Beheerconsole (MMC)
- Ga in de beheerconsole naar de map Administration Server → Tasks.
De lijst met taken wordt geopend.
- Klik op de knop New task.
De wizard Taak wordt gestart. Volg de instructies van de wizard.
Stap 1. Een taaktype selecteren
Ga naar Kaspersky Endpoint Security for Windows (12.0) → Integriteitscontrole.
Stap 2: De apparaten selecteren waaraan de taak zal worden toegewezen
Selecteer de computers waarop de taak wordt uitgevoerd. De volgende opties zijn beschikbaar:
- Wijs de taak aan een beheergroep toe. In dit geval wordt de taak toegewezen aan computers uit een eerder gemaakte beheergroep.
- Selecteer computers die door Administration Server zijn gevonden in het netwerk: niet-toegewezen apparaten. De specifieke apparaten kunnen apparaten in beheergroepen of niet-toegewezen apparaten zijn.
- Geef de adressen van apparaten handmatig op of importeer de adressen vanuit een lijst. U kunt NetBIOS-namen, IP-adressen en IP-subnetten van apparaten opgeven waaraan u de taak wilt toewijzen.
Stap 3. Een taakstartschema configureren
Configureer een schema voor het starten van een taak, bijvoorbeeld handmatig of wanneer een virusuitbraak wordt gedetecteerd.
Stap 4. Taaknaam definiëren
Voer een naam in voor de taak, bijvoorbeeld Integriteitscontrole nadat de computer was geïnfecteerd.
Stap 5. Aanmaak van de taak voltooien
Verlaat de wizard verlaten. Schakel indien nodig het selectievakje Run the task after the Wizard finishes in. U kunt de voortgang van de taak volgen in de taakeigenschappen. Kaspersky Endpoint Security controleert nu de integriteit van het programma. U kunt ook een schema voor de controle van de programma-integriteit configureren in de taakeigenschappen (zie onderstaande tabel).
Een programma-integriteitscontrole uitvoeren via de Webconsole
- Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Tasks.
De lijst met taken wordt geopend.
- Klik op de knop Add.
De wizard Taak wordt gestart.
- Configureer de taakinstellingen:
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst Application de optie Kaspersky Endpoint Security for Windows (12.0).
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst Task type de optie Integrity check.
- Typ in het veld Task name een korte omschrijving, zoals Integriteit van het programma controleren na een infectie.
- Selecteer in het gedeelte Select devices to which the task will be assigned het bereik van de taak.
- Selecteer apparaten naargelang de geselecteerde optie voor het bereik van de taak. Ga naar de volgende stap.
- Verlaat de wizard verlaten.
U ziet een nieuwe taak in de lijst met taken.
- Schakel het selectievakje naast de taak in.
Kaspersky Endpoint Security controleert nu de integriteit van het programma. U kunt ook een schema voor de controle van de programma-integriteit configureren in de taakeigenschappen (zie onderstaande tabel).
Een integriteitscontrole starten via de programma-interface
- Ga in het hoofdvenster van het programma naar het gedeelte Taken.
- U ziet nu de lijst met taken: selecteer de taak Integriteitscontrole en klik op Scan starten.
Kaspersky Endpoint Security controleert nu de integriteit van het programma. U kunt ook een schema voor de controle van de programma-integriteit configureren in de taakeigenschappen (zie onderstaande tabel). Als u Integriteitscontrole niet ziet, heeft de beheerder het gebruik van lokale taken verboden in het beleid.
Instellingen voor de taak Integriteitscontrole
Parameter
|
Beschrijving
|
Planning van scan
|
Handmatig. Uitvoermodus waarin u handmatig kunt beginnen met scannen op een moment dat het u uitkomt.
Volgens schema. In deze uitvoermodus voor scantaken wordt de scantaak door het programma gestart volgens het schema dat u aanmaakt. Als deze uitvoermodus voor scantaken is geselecteerd, kunt u de scantaak ook handmatig starten.
|
Overgeslagen taken starten
|
Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt de overgeslagen scantaak door Kaspersky Endpoint Security gestart zodra dit mogelijk is. De scantaak kan bijvoorbeeld worden overgeslagen als de computer uitgeschakeld was op de starttijd van de scantaak. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden overgeslagen scantaken niet gestart door Kaspersky Endpoint Security. In plaats daarvan voert het de volgende scantaak uit volgens het huidige schema.
|
Alleen starten als de computer inactief is
|
Uitgestelde start van de scantaak wanneer computerbronnen bezet zijn. Kaspersky Endpoint Security start de scantaak als de computer vergrendeld wordt of als de schermbeveiliging is ingeschakeld. Als u de uitvoering van de taak hebt onderbroken door de computer bijvoorbeeld te ontgrendelen, zet Kaspersky Endpoint Security de taak automatisch verder vanaf het punt waar deze werd onderbroken.
|
Naar boven