Standaard wordt de scantaak uitgevoerd in naam van de gebruiker met wiens rechten u bent geregistreerd in het besturingssysteem. Het beschermingsbereik kan netwerkstations of andere objecten omvatten waarvoor speciale toegangsrechten vereist zijn. U kunt een gebruiker met de vereiste rechten opgeven in de instellingen van het programma en de scantaak onder dit gebruikersaccount uitvoeren.
U kunt de volgende scans uitvoeren namens een andere gebruiker:
Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
Open in de map Managed devices in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de beheergroep waartoe de relevante clientcomputers behoren.
Selecteer in de werkruimte het tabblad Tasks.
Selecteer de scantaak en dubbelklik om de taakeigenschappen te openen.
Selecteer het gedeelte Account in het venster met taakeigenschappen.
Voer de accountgegevens in van de gebruiker wiens rechten u wilt gebruiken om een scantaak uit te voeren.