Selecteer Security Controls → Apparaatcontrole in het venster met de programma-instellingen.
In het blok Toegangsinstellingen, klikt u op de knop Verbindingsbussen.
Het geopende venster toont toegangsregels voor alle verbindingsbussen die zijn opgenomen in de onderdeelclassificatie Apparaatcontrole.
Selecteer de toegangsregel die u wilt bewerken.
Selecteer in de kolom Toegang of u al dan niet toegang tot de verbindingsbus wilt toestaan: Toestaan of Blokkeren.
Als u de toegang tot de verbindingsbus hebt gewijzigd Seriële poort (COM) of Parallelle poort (LPT), moet u de computer opnieuw opstarten om de toegangsregel te activeren.