Kaspersky Endpoint Security 12.3 voor Windows
Nederlands (Nederland)
- English
- Čeština (Česká republika)
- Deutsch
- Español (España)
- Español (México)
- Français
- Italiano
- Magyar (Magyarország)
- Polski (Polska)
- Português (Brasil)
- Português (Portugal)
- Română (România)
- Tiếng Việt (Việt Nam)
- Türkçe (Türkiye)
- Русский
- العربية (الإمارات العربية المتحدة)
- 한국어 (대한민국)
- 简体中文
- 繁體中文
- 日本語(日本)
Nederlands (Nederland)
- English
- Čeština (Česká republika)
- Deutsch
- Español (España)
- Español (México)
- Français
- Italiano
- Magyar (Magyarország)
- Polski (Polska)
- Português (Brasil)
- Português (Portugal)
- Română (România)
- Tiếng Việt (Việt Nam)
- Türkçe (Türkiye)
- Русский
- العربية (الإمارات العربية المتحدة)
- 한국어 (대한민국)
- 简体中文
- 繁體中文
- 日本語(日本)
- Kaspersky Endpoint Security voor Windows-help
- Kaspersky Endpoint Security voor Windows
- Het programma installeren en verwijderen
- Implementatie via Kaspersky Security Center
- Het programma lokaal met de wizard installeren
- Het programma op afstand installeren via System Center Configuration Manager
- Beschrijving van de installatie-instellingen in het bestand 'setup.ini'
- Programmaonderdelen wijzigen
- Een upgrade voor een oude versie van het programma installeren
- Programma verwijderen
- Licentie van het programma activeren
- Over de Gebruiksrechtovereenkomst
- Over de licentie
- Over het licentiecertificaat
- Over het abonnement
- Over de licentiecode
- Over de activeringscode
- Over het licentiebestand
- Vergelijking van programmafunctionaliteit afhankelijk van licentietype voor werkstations
- Vergelijking van programmafunctionaliteit afhankelijk van licentietype voor servers
- Programma activeren
- Licentie-informatie bekijken
- Een licentie aanschaffen
- Abonnement verlengen
- Gegevensverstrekking
- Aan de slag
- Informatie over de beheerplug-in Kaspersky Endpoint Security voor Windows
- Speciale aandachtspunten bij het werken met verschillende versies van beheerplug-ins
- Bijzondere aandachtspunten bij het gebruik van geëncrypte protocollen voor interactie met externe services
- Programma-interface
- Aan de slag
- Beleid beheren
- Taakbeheer
- Lokale programma-instellingen configureren
- Kaspersky Endpoint Security starten en stoppen
- Bescherming en controle van computer pauzeren en hervatten
- Een configuratiebestand aanmaken en gebruiken
- Standaardinstellingen van het programma herstellen
- Malware-scan
- Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- Updatescenario's voor database en programmamodule
- Een updatetaak starten en stoppen
- Een updatetaak met de rechten van een ander gebruikersaccount starten
- De uitvoermodus van de updatetaak selecteren
- Een updatebron toevoegen
- Programmamodules updaten
- Een proxyserver voor updates gebruiken
- Laatste update terugdraaien
- Werken met actieve dreigingen
- Computerbescherming
- File Threat Protection
- File Threat Protection inschakelen en uitschakelen
- File Threat Protection automatisch pauzeren
- De actie wijzigen die het onderdeel File Threat Protection moet uitvoeren op geïnfecteerde bestanden
- Het beschermd bereik van het onderdeel File Threat Protection instellen
- Scanmethoden gebruiken
- Scantechnologieën met het onderdeel File Threat Protection gebruiken
- Het scannen van bestanden optimaliseren
- Samengestelde bestanden scannen
- De scanmodus wijzigen
- Web Threat Protection
- Mail Threat Protection
- Mail Threat Protection inschakelen en uitschakelen
- De uit te voeren actie op geïnfecteerde e-mailberichten wijzigen
- Het beschermd bereik van het onderdeel Mail Threat Protection instellen
- Samengestelde bestanden die zijn toegevoegd als bijlage aan e-mailberichten scannen
- Filteren van bijlagen van e-mailberichten
- Extensies exporteren en importeren voor het filteren van bijlagen
- E-mails in Microsoft Office Outlook scannen
- Network Threat Protection
- Firewall
- Firewall inschakelen en uitschakelen
- Status van de netwerkverbinding wijzigen
- Regels voor netwerkpakketten beheren
- Een regel voor netwerkpakketten maken
- Een regel voor netwerkpakketten inschakelen of uitschakelen
- De actie van Firewall voor een regel voor netwerkpakketten wijzigen
- De prioriteit van een regel voor netwerkpakketten wijzigen
- Netwerkpakketregels exporteren en importeren
- Regels voor netwerkpakketten definiëren in XML
- Netwerkregels voor programma's beheren
- Netwerkmonitor
- BadUSB Attack Prevention
- AMSI-bescherming
- Exploit-preventie
- Gedragsdetectie
- Gedragsdetectie inschakelen en uitschakelen
- De actie selecteren die moet worden genomen bij het detecteren van malwareactiviteit
- Bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie
- Bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie inschakelen en uitschakelen
- De actie selecteren die u wilt uitvoeren bij de detectie van externe encryptie van gedeelde mappen
- Een uitzondering voor bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie maken:
- Adressen van gedeelde mappen configureren die niet moeten worden beschermd tegen externe encryptie
- Een lijst van uitzonderingen die niet moeten worden beschermd tegen externe encryptie exporteren en importeren:
- Host Intrusion Prevention
- Host Intrusion Prevention inschakelen en uitschakelen
- Vertrouwensgroepen voor programma's beheren
- De vertrouwensgroep van een programma wijzigen
- Rechten van vertrouwensgroep configureren
- Een vertrouwensgroep selecteren voor programma's die vóór Kaspersky Endpoint Security worden gestart
- Een vertrouwensgroep selecteren voor onbekende programma's
- Een vertrouwensgroep selecteren voor digitaal ondertekende programma's
- Programmarechten beheren
- Bronnen van het besturingssysteem en persoonsgegevens beschermen
- Informatie over ongebruikte programma's verwijderen
- Host Intrusion Prevention volgen
- Toegang tot audio en video beveiligen
- Remediation Engine
- Kaspersky Security Network
- Versleutelde verbindingen scannen
- Gegevens wissen
- File Threat Protection
- Computerbeheer
- Webcontrole
- Apparaatcontrole
- Apparaatcontrole inschakelen en uitschakelen
- Over toegangsregels
- Een regel voor toegang tot apparaten bewerken
- Een toegangsregel voor verbindingsbussen bewerken
- Toegang tot mobiele apparaten beheren
- Toegang tot Bluetooth apparaten beheren
- Afdrukbeheer
- Controle van Wifi-verbindingen
- Bewaking op het gebruik van verwisselbare schijven
- De cacheduur wijzigen
- Bewerkingen met vertrouwde apparaten
- Toegang tot een geblokkeerd apparaat verkrijgen
- Berichtsjablonen van Apparaatcontrole bewerken
- Anti-Bridging
- Adaptieve controle op afwijkingen
- Adaptieve controle op afwijkingen inschakelen en uitschakelen
- Een regel van Adaptieve controle op afwijkingen inschakelen en uitschakelen
- Actie bij de activering van een regel van Adaptieve controle op afwijkingen wijzigen
- Een uitzondering maken voor een regel van Adaptieve controle op afwijkingen:
- Uitzonderingen voor regels van Adaptieve controle op afwijkingen exporteren en importeren:
- Updates voor regels van Adaptieve controle op afwijkingen toepassen
- Berichtsjablonen van Adaptieve controle op afwijkingen bewerken
- Rapporten van Adaptieve controle op afwijkingen bekijken
- Programmacontrole
- Beperkingen van de functionaliteit van Programmacontrole
- Informatie over geïnstalleerde programma's op computers van gebruikers ontvangen
- Programmacontrole inschakelen en uitschakelen
- De modus van Programmacontrole selecteren
- Regels van programmacontrole beheren
- Een activeringsvoorwaarde voor een regel van Programmacontrole toevoegen
- Uitvoerbare bestanden uit de map Uitvoerbare bestanden toevoegen aan de programmacategorie
- Uitvoerbare bestanden die zijn gerelateerd aan gebeurtenissen toevoegen aan de programmacategorie
- Een regel van programmacontrole toevoegen
- De status van een regel van Programmacontrole wijzigen via Kaspersky Security Center
- Regels voor programmabeheer exporteren en importeren
- Gebeurtenissen die zich voordeden tijdens de werking van het onderdeel Programmacontrole weergeven
- Een rapport over geblokkeerde programma's weergeven
- Regels van Programmacontrole testen
- Bewaking van programma-activiteit
- Regels voor het maken van naammaskers voor bestanden of mappen
- Berichtsjablonen van Programmacontrole bewerken
- Best practices voor het implementeren van een lijst met toegestane programma's
- Netwerkpoorten bewaken
- Log Inspectie
- Bestandsintegriteitsmonitor
- Wachtwoordbeveiliging
- Vertrouwde zone
- Back-up beheren
- Service voor meldingen
- Rapporten beheren
- Zelfbescherming van Kaspersky Endpoint Security
- Prestaties van Kaspersky Endpoint Security en compatibiliteit met andere programma's
- Gegevensencryptie
- Beperkingen van de encryptiefunctionaliteit
- Lengte van de encryptiesleutel wijzigen (AES56 / AES256)
- Kaspersky Disk Encryption
- Speciale kenmerken van SSD-schijfencryptie
- Kaspersky Disk Encryption starten
- Een lijst met harde schijven maken die niet moeten worden geëncrypt
- Een lijst met harde schijven die niet moeten worden geëncrypt exporteren en importeren:
- Eenmalige aanmelding (SSO) inschakelen
- Accounts voor Authenticatie-agent beheren
- Een token en een smartcard met Authenticatie-agent gebruiken
- Decryptie van harde schijven
- Toegang herstellen tot een schijf beschermd met de Kaspersky Disk Encryption-technologie
- Aanmelden met het service-account van de authenticatie-agent
- Besturingssysteem updaten
- Fouten na updaten van encryptiefunctionaliteit verhelpen
- Het tracingniveau voor Authenticatie-agent selecteren
- Helpteksten van Authenticatie-agent bewerken
- Verwijderen van overgebleven objecten en gegevens na het testen van de werking van Authenticatie-agent
- Beheer van BitLocker
- File Level Encryption op lokale schijven van de computer
- Bestanden op schijven van een lokale computer encrypten
- Toegangsregels voor geëncrypte bestanden maken voor programma's
- Bestanden die zijn gemaakt of gewijzigd door specifieke programma's encrypten
- Een decryptieregel genereren
- Bestanden op schijven van een lokale computer decrypten
- Geëncrypte pakketten aanmaken
- Toegang tot geëncrypte gegevens herstellen
- Toegang tot geëncrypte gegevens herstellen na fout in besturingssysteem
- Sjablonen van berichten voor toegang tot geëncrypte bestanden bewerken
- Encryptie van verwisselbare schijven
- Encryptie van verwisselbare schijven starten
- Een encryptieregel voor verwisselbare schijven toevoegen
- Een lijst met encryptieregels voor verwisselbare schijven exporteren en importeren
- Portable modus voor toegang tot geëncrypte bestanden op verwisselbare schijven
- Decryptie van verwisselbare schijven
- Details van gegevensencryptie bekijken
- Werken met geëncrypte apparaten als er geen toegang toe is
- Detection and Response-oplossingen
- Kaspersky Endpoint Agent
- Endpoint Detection and Response Agent
- Managed Detection and Response
- Endpoint Detection and Response
- Integratie van de ingebouwde agent met EDR Optimum / EDR Expert
- Scannen op indicatoren van compromis (standaard taak)
- Bestand in Quarantaine plaatsen
- Bestand ophalen
- Bestand verwijderen
- Proces starten
- Proces beëindigen
- Preventie van uitvoering
- Computer isoleren van netwerk
- Cloud Sandbox
- Migratiegids van KEA naar KES voor EDR Optimum
- Kaspersky Sandbox
- Kaspersky Anti Targeted Attack Platform (EDR)
- Quarantaine beheren
- Gids voor migratie van KSWS naar KES
- Correspondentie van KSWS- en KES-onderdelen
- Correspondentie van KSWS- en KES-instellingen
- KSWS-componenten migreren
- KSWS-taken en -beleid migreren
- KES installeren in plaats van de KSWS.
- De [KSWS+KEA]-configuratie migreren naar [KES+built-in agent]
- Ervoor zorgen dat Kaspersky Security for Windows Server met succes is verwijderd
- KES activeren met een KSWS-sleutel
- Speciale overwegingen voor het migreren van zwaarbelaste servers
- Het beheren van het programma op een Core Mode server
- Migreren van [KSWS+KEA] naar [KES+built-in agent]
- Het programma vanaf de opdrachtregel beheren
- Het programma installeren
- Programma activeren
- Programma verwijderen
- AVP-opdrachten
- SCAN. Malware-scan
- UPDATE. Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- ROLLBACK. Laatste update terugdraaien
- TRACES. Tracing
- START. Start het profiel
- STOP. Een profiel stoppen
- STATUS. Profielstatus
- STATISTICS. Statistieken over werking van profiel
- RESTORE. Bestanden vanuit Back-up terugzetten
- EXPORT. Programma-instellingen exporteren
- IMPORT. Programma-instellingen importeren
- ADDKEY. Een licentiebestand toepassen
- LICENSE. Licentiebeheer
- RENEW. Een licentie aanschaffen
- PBATESTRESET. Reset de resultaten van de schijfcontrole voordat u de schijf encrypt
- EXIT. Programma afsluiten
- EXITPOLICY. Beleid uitschakelen
- STARTPOLICY. Beleid inschakelen
- DISABLE. Bescherming uitschakelen
- SPYWARE. Detectie van spyware
- KSN. Schakelen tussen KSN / KPSN
- KESCLI-opdrachten
- Scan. Malware-scan
- GetScanState. Status van voltooiing van scan
- GetLastScanTime. De voltooiingstijd van de scan bepalen
- GetThreats. Gegevens verkrijgen over gedetecteerde bedreigingen
- UpdateDefinitions. Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- GetDefinitionState. De voltooiingstijd van de update bepalen
- EnableRTP. Beveiliging inschakelen
- GetRealTimeProtectionState. Status van bescherming bestanden
- Versie. De versie van het programma bepalen
- Opdrachten voor beheer van Detection and Response
- Foutcodes
- Appendix. Programmaprofielen
- Het programma via de REST API beheren
- Bronnen met informatie over het programma
- Contact opnemen met de Technische Support
- Beperkingen en waarschuwingen
- Woordenlijst
- Actieve licentie
- Antivirusdatabases
- Archief
- Authenticatie-agent
- Beheergroep
- Beschermd bereik
- Database met phishing-webadressen
- Database met schadelijke webadressen
- Desinfectie
- Extra licentie
- Geïnfecteerd bestand
- Genormaliseerde notatie van het adres van een webbron
- Infecteerbaar bestand
- IOC
- IOC-bestand
- Licentiecertificaat
- Masker
- Netwerkagent
- OLE-object
- OpenIOC
- Portable bestandsbeheer
- Scanbereik
- Taak
- Trusted Platform Module
- Vals alarm
- Verlener van certificaat
- Bijlagen
- Appendix 1. Programma-instellingen
- File Threat Protection
- Web Threat Protection
- Mail Threat Protection
- Network Threat Protection
- Firewall
- BadUSB Attack Prevention
- AMSI-bescherming
- Exploit-preventie
- Gedragsdetectie
- Host Intrusion Prevention
- Remediation Engine
- Kaspersky Security Network
- Log Inspectie
- Webcontrole
- Apparaatcontrole
- Programmacontrole
- Adaptieve controle op afwijkingen
- Bestandsintegriteitsmonitor
- Endpoint Sensor
- Kaspersky Sandbox
- Endpoint Detection and Response
- Endpoint Detection and Response (KATA)
- Full Disk Encryption
- File Level Encryption
- Encryptie van verwisselbare schijven
- Sjablonen (gegevensencryptie)
- Uitzonderingen
- Programma-instellingen
- Rapporten en Opslag
- Netwerkinstellingen
- Interface
- Instellingen beheren
- Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- Appendix 2. Vertrouwensgroepen voor programma's
- Appendix 3. Bestandsextensies voor snelle scan van verwisselbare schijven
- Appendix 4. Bestandstypen voor het bijlagefilter van Mail Threat Protection
- Appendix 5. Netwerkinstellingen voor interactie met externe services
- Appendix 6. Programma-gebeurtenissen
- Appendix 7. Ondersteunde bestandsextensies voor Preventie van uitvoering
- Appendix 8. Ondersteunde scriptinterprekers voor Preventie van uitvoering
- Appendix 9. IOC-scanbereik in het register (RegistryItem)
- Appendix 10. IOC-bestandsvereisten
- Appendix 1. Programma-instellingen
- Informatie over code van derden
- Kennisgevingen over handelsmerken
Het programma vanaf de opdrachtregel beheren > Programma verwijderen
Programma verwijderen
Programma verwijderen
U kunt Kaspersky Endpoint Security op de volgende manieren verwijderen via de opdrachtregel:
- In de interactieve modus via de Installatiewizard van het programma.
- In de stille modus. Nadat de verwijdering in de stille modus is gestart, is uw assistentie tijdens de verwijdering niet meer vereist. Gebruik de switchparameters
/s
en/qn
om het programma in de stille modus te verwijderen.
Zo verwijdert u het programma in de stille modus:
- Voer de interpreter van de opdrachtregel (cmd.exe) uit als een beheerder.
- Ga naar de map waar het distributiepakket van Kaspersky Endpoint Security is opgeslagen.
- Voer de volgende opdracht uit:
- Als de verwijdering niet beveiligd is met een wachtwoord:
setup_kes.exe /s /x
of
msiexec.exe /x <GUID> /qn
<GUID>
is de unieke ID van het programma. U kunt de GUID van het programma achterhalen door de volgende opdracht te gebruiken:wmic product where "Name like '%Kaspersky Endpoint Security%'" get Name, IdentifyingNumber.
- Als de verwijdering beveiligd is met een wachtwoord:
setup_kes.exe /pKLLOGIN=<gebruikersnaam> /pKLPASSWD=<wachtwoord> /s /x
of
msiexec.exe /x <GUID> KLLOGIN=<gebruikersnaam> KLPASSWD=<wachtwoord> /qn
Voorbeeld:
msiexec.exe /x {9A017278-F7F4-4DF9-A482-0B97B70DD7ED} KLLOGIN=KLAdmin KLPASSWD=!Password1 /qn
- Als de verwijdering niet beveiligd is met een wachtwoord:
Artikel-ID: 123471, Meest recente review: 17 okt 2024