Een tijdelijk wachtwoord gebruiken om machtigingen te verlenen
U kunt een tijdelijk wachtwoord gebruiken als u tijdelijke toegang tot Kaspersky Endpoint Security wilt verlenen aan een enkele computer buiten het bedrijfsnetwerk. Dit is noodzakelijk opdat de gebruiker een geblokkeerde actie kan uitvoeren zonder de KLAdmin-accountgegevens. Voor het gebruik van een tijdelijk wachtwoord moet de computer worden toegevoegd aan Kaspersky Security Center.
Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
Open in de map Managed devices in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de beheergroep waartoe de relevante clientcomputers behoren.
Selecteer in de werkruimte het tabblad Devices.
Dubbelklik om het venster met de eigenschappen van de computer te openen.
Selecteer het gedeelte Applications in het venster met computereigenschappen.
Selecteer Kaspersky Endpoint Security for Windows in de lijst met Kaspersky-programma's die op de computer zijn geïnstalleerd en dubbelklik om de eigenschappen van het programma te openen.
Selecteer Algemene instellingen → Interface in het venster met de programma-instellingen.
In het blok Wachtwoordbeveiliging, klikt u op de knop Instellingen.
In het blok Tijdelijk wachtwoord, klikt u op de knop Settings.
Het venster Tijdelijk wachtwoord aanmaken wordt geopend.
Geef in het veld Verloopdatum op wanneer het tijdelijke wachtwoord verloopt.
Schakel in de tabel Bereik tijdelijk wachtwoord de selectievakjes in naast de acties die de gebruiker kan uitvoeren na het invoeren van het tijdelijke wachtwoord.
Klik op Genereren.
Een venster met het tijdelijke wachtwoord wordt geopend (zie onderstaande afbeelding).
Kopieer het wachtwoord en geef het aan de gebruiker.
Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Managed devices.
Klik op de naam van de computer waarop u een gebruiker een geblokkeerde actie wilt laten uitvoeren.
Selecteer het tabblad Applications.
Klik op Kaspersky Endpoint Security for Windows.
U ziet nu de lokale programma-instellingen.
Selecteer het tabblad Application settings.
Selecteer General settings → Interface in het venster met de programma-instellingen.
In het blok Wachtwoordbeveiliging, klikt u op de knop Tijdelijk wachtwoord.
Geef in het veld Verloopdatum op wanneer het tijdelijke wachtwoord verloopt.
Schakel in de tabel Bereik tijdelijk wachtwoord de selectievakjes in naast de acties die de gebruiker kan uitvoeren na het invoeren van het tijdelijke wachtwoord.
Klik op Genereren.
Een venster met het tijdelijke wachtwoord wordt geopend.
Kopieer het wachtwoord en geef het aan de gebruiker.