Met Apparaatcontrole kunt u de Wifi-verbinding van de computer (laptop) beheren. Openbare Wifi-netwerken kunnen onveilig zijn en het gebruik van dergelijke netwerken kan leiden tot gegevensverlies. Met apparaatbeheer kunt u voorkomen dat een gebruiker verbinding maakt met wifi of alleen verbinding kan maken met vertrouwde netwerken. U kunt bijvoorbeeld toestaan dat alleen verbinding wordt gemaakt met het wifi-netwerk van het bedrijf dat voldoende veilig is. Apparaatcontrole blokkeert de toegang tot alle wifinetwerken behalve de netwerken die in de lijst Vertrouwd zijn opgegeven.
Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
Selecteer in de beheerconsole Policies.
Selecteer het noodzakelijke beleid en dubbelklik om de beleidseigenschappen te openen.
Selecteer Security Controls → Apparaatcontrole in het beleidsvenster.
Selecteer onder Instellingen van Apparaatcontrole het tabblad Apparaattypen.
De tabel bevat toegangsregels voor alle apparaten die aanwezig zijn in de classificatie van het onderdeel Apparaatcontrole.
Selecteer in het contextmenu voor het apparaattype Wifi de actie voor apparaatcontrole die wordt genomen bij het verbinden met wifi: Toestaan (), Blokkeren (), of Blokkeren met uitzonderingen ().
Als u de optie Blokkeren met uitzonderingen hebt geselecteerd, creëer dan een lijst met vertrouwde wifi-netwerken:
Dubbelklik om de lijst met vertrouwde Wifi-netwerken te openen.
In het blok Vertrouwde wifinetwerken, klikt u op de knop Toevoegen.
Dit opent een venster; configureer in dat venster het vertrouwde wifi-netwerk (zie onderstaande afbeelding):
Netwerknaam. Naam of SSID (Service Set Identifier) van het wifi-netwerk.
Authenticatietype. Verificatietype dat wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt met het wifi-netwerk.
Vanaf Kaspersky Endpoint Security for Windows versie 12.0 is WPA3-protocolondersteuning aan het programma toegevoegd. Als een beleid van Kaspersky Endpoint Security versie 12.2 wordt toegepast op een computer, wordt het WPA2-protocol geselecteerd op computers met Kaspersky Endpoint Security versie 11.11.0 en eerder; WPA2 / WPA3 is geselecteerd voor versies 12.0 tot 12.1; WPA3 is geselecteerd voor versie 12.2 en later.
Encryptietype. Type versleuteling dat wordt gebruikt om het wifi-verkeer te beschermen.
Opmerking. Meer info over het toegevoegde wifi-netwerk.
U kunt de instellingen van het vertrouwde wifi-netwerk bekijken in de routerinstellingen.
Een wifinetwerk wordt als vertrouwd beschouwd als de instellingen ervan overeenkomen met alle opgegeven instellingen in de regel.
Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Policies & Profiles.
Klik op de naam van het Kaspersky Endpoint Security-beleid.
U ziet nu het venster met de beleidseigenschappen.
Selecteer het tabblad Application settings.
Ga naar Security Controls → Device Control.
Klik in het blok Device Control Settings op de koppeling Access rules for devices and Wi-Fi networks.
De tabel bevat toegangsregels voor alle apparaten die aanwezig zijn in de classificatie van het onderdeel Apparaatcontrole.
Klik in het blok Access to Wi-Fi networks op de koppeling Wi-Fi.
Selecteer onder Access to Wi-Fi networks, de actie voor apparaatcontrole die u wil nemen bij het verbinden met wifi: Allow, Block, of Block with exceptions.
Als u de optie Block with exceptions hebt geselecteerd, creëer dan een lijst met vertrouwde wifi-netwerken:
Dubbelklik om de lijst met vertrouwde Wifi-netwerken te openen.
In het blok Trusted Wi-Fi networks, klikt u op de knop Add.
Dit opent een venster; configureer in dat venster het vertrouwde wifi-netwerk (zie onderstaande afbeelding):
Network name. Naam of SSID (Service Set Identifier) van het wifi-netwerk.
Authentication type. Verificatietype dat wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt met het wifi-netwerk.
Vanaf Kaspersky Endpoint Security for Windows versie 12.0 is WPA3-protocolondersteuning aan het programma toegevoegd. Als een beleid van Kaspersky Endpoint Security versie 12.2 wordt toegepast op een computer, wordt het WPA2-protocol geselecteerd op computers met Kaspersky Endpoint Security versie 11.11.0 en eerder; WPA2 / WPA3 is geselecteerd voor versies 12.0 tot 12.1; WPA3 is geselecteerd voor versie 12.2 en later.
Encryption type. Type versleuteling dat wordt gebruikt om het wifi-verkeer te beschermen.
Comment. Meer info over het toegevoegde wifi-netwerk.
U kunt de instellingen van het vertrouwde wifi-netwerk bekijken in de routerinstellingen.
Een wifinetwerk wordt als vertrouwd beschouwd als de instellingen ervan overeenkomen met alle opgegeven instellingen in de regel.
Selecteer Security Controls → Apparaatcontrole in het venster met de programma-instellingen.
In het blok Toegangsinstellingen, klikt u op de knop Apparaten en wifinetwerken.
Het geopende venster toont toegangsregels voor alle apparaten die zijn opgenomen in de componentclassificatie Apparaatcontrole.
Klik in het blok Toegang tot wifinetwerken op de koppeling Wifi.
Het geopende venster toont de toegangsregels voor het wifinetwerk.
Instellingen wifi-toegang
Selecteer onder Toegang, de actie voor apparaatcontrole die u wil nemen bij het verbinden met wifi: Toestaan, Blokkeren, of Blokkeren met uitzonderingen.
Als u de optie Blokkeren met uitzonderingen hebt geselecteerd, creëer dan een lijst met vertrouwde wifi-netwerken:
In het blok Vertrouwde wifinetwerken, klikt u op de knop Toevoegen.
Dit opent een venster; configureer in dat venster het vertrouwde wifi-netwerk (zie onderstaande afbeelding):
Netwerknaam. Naam of SSID (Service Set Identifier) van het wifi-netwerk.
Authenticatietype. Verificatietype dat wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt met het wifi-netwerk.
Vanaf Kaspersky Endpoint Security for Windows versie 12.0 is WPA3-protocolondersteuning aan het programma toegevoegd. Als een beleid van Kaspersky Endpoint Security versie 12.2 wordt toegepast op een computer, wordt het WPA2-protocol geselecteerd op computers met Kaspersky Endpoint Security versie 11.11.0 en eerder; WPA2 / WPA3 is geselecteerd voor versies 12.0 tot 12.1; WPA3 is geselecteerd voor versie 12.2 en later.
Encryptietype. Type versleuteling dat wordt gebruikt om het wifi-verkeer te beschermen.
Opmerking. Meer info over het toegevoegde wifi-netwerk.
U kunt de instellingen van het vertrouwde wifi-netwerk bekijken in de routerinstellingen.
Een wifinetwerk wordt als vertrouwd beschouwd als de instellingen ervan overeenkomen met alle opgegeven instellingen in de regel.
Sla uw wijzigingen op.
Instellingen vertrouwde wifinetwerken
Als gevolg hiervan, wanneer een gebruiker probeert verbinding te maken met een wifinetwerk dat niet als vertrouwd vermeld staat, blokkeert het programma de verbinding en geeft een melding weer (zie onderstaande afbeelding).