Kaspersky Endpoint Security 12.3 voor Windows
- English
- Čeština (Česká republika)
- Deutsch
- Español (España)
- Español (México)
- Français
- Italiano
- Magyar (Magyarország)
- Polski (Polska)
- Português (Brasil)
- Português (Portugal)
- Română (România)
- Tiếng Việt (Việt Nam)
- Türkçe (Türkiye)
- Русский
- العربية (الإمارات العربية المتحدة)
- 한국어 (대한민국)
- 简体中文
- 繁體中文
- 日本語(日本)
- English
- Čeština (Česká republika)
- Deutsch
- Español (España)
- Español (México)
- Français
- Italiano
- Magyar (Magyarország)
- Polski (Polska)
- Português (Brasil)
- Português (Portugal)
- Română (România)
- Tiếng Việt (Việt Nam)
- Türkçe (Türkiye)
- Русский
- العربية (الإمارات العربية المتحدة)
- 한국어 (대한민국)
- 简体中文
- 繁體中文
- 日本語(日本)
- Kaspersky Endpoint Security voor Windows-help
- Kaspersky Endpoint Security voor Windows
- Het programma installeren en verwijderen
- Implementatie via Kaspersky Security Center
- Het programma lokaal met de wizard installeren
- Het programma op afstand installeren via System Center Configuration Manager
- Beschrijving van de installatie-instellingen in het bestand 'setup.ini'
- Programmaonderdelen wijzigen
- Een upgrade voor een oude versie van het programma installeren
- Programma verwijderen
- Licentie van het programma activeren
- Over de Gebruiksrechtovereenkomst
- Over de licentie
- Over het licentiecertificaat
- Over het abonnement
- Over de licentiecode
- Over de activeringscode
- Over het licentiebestand
- Vergelijking van programmafunctionaliteit afhankelijk van licentietype voor werkstations
- Vergelijking van programmafunctionaliteit afhankelijk van licentietype voor servers
- Programma activeren
- Licentie-informatie bekijken
- Een licentie aanschaffen
- Abonnement verlengen
- Gegevensverstrekking
- Aan de slag
- Informatie over de beheerplug-in Kaspersky Endpoint Security voor Windows
- Speciale aandachtspunten bij het werken met verschillende versies van beheerplug-ins
- Bijzondere aandachtspunten bij het gebruik van geëncrypte protocollen voor interactie met externe services
- Programma-interface
- Aan de slag
- Beleid beheren
- Taakbeheer
- Lokale programma-instellingen configureren
- Kaspersky Endpoint Security starten en stoppen
- Bescherming en controle van computer pauzeren en hervatten
- Een configuratiebestand aanmaken en gebruiken
- Standaardinstellingen van het programma herstellen
- Malware-scan
- Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- Updatescenario's voor database en programmamodule
- Een updatetaak starten en stoppen
- Een updatetaak met de rechten van een ander gebruikersaccount starten
- De uitvoermodus van de updatetaak selecteren
- Een updatebron toevoegen
- Programmamodules updaten
- Een proxyserver voor updates gebruiken
- Laatste update terugdraaien
- Werken met actieve dreigingen
- Computerbescherming
- File Threat Protection
- File Threat Protection inschakelen en uitschakelen
- File Threat Protection automatisch pauzeren
- De actie wijzigen die het onderdeel File Threat Protection moet uitvoeren op geïnfecteerde bestanden
- Het beschermd bereik van het onderdeel File Threat Protection instellen
- Scanmethoden gebruiken
- Scantechnologieën met het onderdeel File Threat Protection gebruiken
- Het scannen van bestanden optimaliseren
- Samengestelde bestanden scannen
- De scanmodus wijzigen
- Web Threat Protection
- Mail Threat Protection
- Mail Threat Protection inschakelen en uitschakelen
- De uit te voeren actie op geïnfecteerde e-mailberichten wijzigen
- Het beschermd bereik van het onderdeel Mail Threat Protection instellen
- Samengestelde bestanden die zijn toegevoegd als bijlage aan e-mailberichten scannen
- Filteren van bijlagen van e-mailberichten
- Extensies exporteren en importeren voor het filteren van bijlagen
- E-mails in Microsoft Office Outlook scannen
- Network Threat Protection
- Firewall
- Firewall inschakelen en uitschakelen
- Status van de netwerkverbinding wijzigen
- Regels voor netwerkpakketten beheren
- Een regel voor netwerkpakketten maken
- Een regel voor netwerkpakketten inschakelen of uitschakelen
- De actie van Firewall voor een regel voor netwerkpakketten wijzigen
- De prioriteit van een regel voor netwerkpakketten wijzigen
- Netwerkpakketregels exporteren en importeren
- Regels voor netwerkpakketten definiëren in XML
- Netwerkregels voor programma's beheren
- Netwerkmonitor
- BadUSB Attack Prevention
- AMSI-bescherming
- Exploit-preventie
- Gedragsdetectie
- Gedragsdetectie inschakelen en uitschakelen
- De actie selecteren die moet worden genomen bij het detecteren van malwareactiviteit
- Bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie
- Bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie inschakelen en uitschakelen
- De actie selecteren die u wilt uitvoeren bij de detectie van externe encryptie van gedeelde mappen
- Een uitzondering voor bescherming van gedeelde mappen tegen externe encryptie maken:
- Adressen van gedeelde mappen configureren die niet moeten worden beschermd tegen externe encryptie
- Een lijst van uitzonderingen die niet moeten worden beschermd tegen externe encryptie exporteren en importeren:
- Host Intrusion Prevention
- Host Intrusion Prevention inschakelen en uitschakelen
- Vertrouwensgroepen voor programma's beheren
- De vertrouwensgroep van een programma wijzigen
- Rechten van vertrouwensgroep configureren
- Een vertrouwensgroep selecteren voor programma's die vóór Kaspersky Endpoint Security worden gestart
- Een vertrouwensgroep selecteren voor onbekende programma's
- Een vertrouwensgroep selecteren voor digitaal ondertekende programma's
- Programmarechten beheren
- Bronnen van het besturingssysteem en persoonsgegevens beschermen
- Informatie over ongebruikte programma's verwijderen
- Host Intrusion Prevention volgen
- Toegang tot audio en video beveiligen
- Remediation Engine
- Kaspersky Security Network
- Versleutelde verbindingen scannen
- Gegevens wissen
- File Threat Protection
- Computerbeheer
- Webcontrole
- Apparaatcontrole
- Apparaatcontrole inschakelen en uitschakelen
- Over toegangsregels
- Een regel voor toegang tot apparaten bewerken
- Een toegangsregel voor verbindingsbussen bewerken
- Toegang tot mobiele apparaten beheren
- Toegang tot Bluetooth apparaten beheren
- Afdrukbeheer
- Controle van Wifi-verbindingen
- Bewaking op het gebruik van verwisselbare schijven
- De cacheduur wijzigen
- Bewerkingen met vertrouwde apparaten
- Toegang tot een geblokkeerd apparaat verkrijgen
- Berichtsjablonen van Apparaatcontrole bewerken
- Anti-Bridging
- Adaptieve controle op afwijkingen
- Adaptieve controle op afwijkingen inschakelen en uitschakelen
- Een regel van Adaptieve controle op afwijkingen inschakelen en uitschakelen
- Actie bij de activering van een regel van Adaptieve controle op afwijkingen wijzigen
- Een uitzondering maken voor een regel van Adaptieve controle op afwijkingen:
- Uitzonderingen voor regels van Adaptieve controle op afwijkingen exporteren en importeren:
- Updates voor regels van Adaptieve controle op afwijkingen toepassen
- Berichtsjablonen van Adaptieve controle op afwijkingen bewerken
- Rapporten van Adaptieve controle op afwijkingen bekijken
- Programmacontrole
- Beperkingen van de functionaliteit van Programmacontrole
- Informatie over geïnstalleerde programma's op computers van gebruikers ontvangen
- Programmacontrole inschakelen en uitschakelen
- De modus van Programmacontrole selecteren
- Regels van programmacontrole beheren
- Een activeringsvoorwaarde voor een regel van Programmacontrole toevoegen
- Uitvoerbare bestanden uit de map Uitvoerbare bestanden toevoegen aan de programmacategorie
- Uitvoerbare bestanden die zijn gerelateerd aan gebeurtenissen toevoegen aan de programmacategorie
- Een regel van programmacontrole toevoegen
- De status van een regel van Programmacontrole wijzigen via Kaspersky Security Center
- Regels voor programmabeheer exporteren en importeren
- Gebeurtenissen die zich voordeden tijdens de werking van het onderdeel Programmacontrole weergeven
- Een rapport over geblokkeerde programma's weergeven
- Regels van Programmacontrole testen
- Bewaking van programma-activiteit
- Regels voor het maken van naammaskers voor bestanden of mappen
- Berichtsjablonen van Programmacontrole bewerken
- Best practices voor het implementeren van een lijst met toegestane programma's
- Netwerkpoorten bewaken
- Log Inspectie
- Bestandsintegriteitsmonitor
- Wachtwoordbeveiliging
- Vertrouwde zone
- Back-up beheren
- Service voor meldingen
- Rapporten beheren
- Zelfbescherming van Kaspersky Endpoint Security
- Prestaties van Kaspersky Endpoint Security en compatibiliteit met andere programma's
- Gegevensencryptie
- Beperkingen van de encryptiefunctionaliteit
- Lengte van de encryptiesleutel wijzigen (AES56 / AES256)
- Kaspersky Disk Encryption
- Speciale kenmerken van SSD-schijfencryptie
- Kaspersky Disk Encryption starten
- Een lijst met harde schijven maken die niet moeten worden geëncrypt
- Een lijst met harde schijven die niet moeten worden geëncrypt exporteren en importeren:
- Eenmalige aanmelding (SSO) inschakelen
- Accounts voor Authenticatie-agent beheren
- Een token en een smartcard met Authenticatie-agent gebruiken
- Decryptie van harde schijven
- Toegang herstellen tot een schijf beschermd met de Kaspersky Disk Encryption-technologie
- Aanmelden met het service-account van de authenticatie-agent
- Besturingssysteem updaten
- Fouten na updaten van encryptiefunctionaliteit verhelpen
- Het tracingniveau voor Authenticatie-agent selecteren
- Helpteksten van Authenticatie-agent bewerken
- Verwijderen van overgebleven objecten en gegevens na het testen van de werking van Authenticatie-agent
- Beheer van BitLocker
- File Level Encryption op lokale schijven van de computer
- Bestanden op schijven van een lokale computer encrypten
- Toegangsregels voor geëncrypte bestanden maken voor programma's
- Bestanden die zijn gemaakt of gewijzigd door specifieke programma's encrypten
- Een decryptieregel genereren
- Bestanden op schijven van een lokale computer decrypten
- Geëncrypte pakketten aanmaken
- Toegang tot geëncrypte gegevens herstellen
- Toegang tot geëncrypte gegevens herstellen na fout in besturingssysteem
- Sjablonen van berichten voor toegang tot geëncrypte bestanden bewerken
- Encryptie van verwisselbare schijven
- Encryptie van verwisselbare schijven starten
- Een encryptieregel voor verwisselbare schijven toevoegen
- Een lijst met encryptieregels voor verwisselbare schijven exporteren en importeren
- Portable modus voor toegang tot geëncrypte bestanden op verwisselbare schijven
- Decryptie van verwisselbare schijven
- Details van gegevensencryptie bekijken
- Werken met geëncrypte apparaten als er geen toegang toe is
- Detection and Response-oplossingen
- Kaspersky Endpoint Agent
- Endpoint Detection and Response Agent
- Managed Detection and Response
- Endpoint Detection and Response
- Integratie van de ingebouwde agent met EDR Optimum / EDR Expert
- Scannen op indicatoren van compromis (standaard taak)
- Bestand in Quarantaine plaatsen
- Bestand ophalen
- Bestand verwijderen
- Proces starten
- Proces beëindigen
- Preventie van uitvoering
- Computer isoleren van netwerk
- Cloud Sandbox
- Migratiegids van KEA naar KES voor EDR Optimum
- Kaspersky Sandbox
- Kaspersky Anti Targeted Attack Platform (EDR)
- Quarantaine beheren
- Gids voor migratie van KSWS naar KES
- Correspondentie van KSWS- en KES-onderdelen
- Correspondentie van KSWS- en KES-instellingen
- KSWS-componenten migreren
- KSWS-taken en -beleid migreren
- KES installeren in plaats van de KSWS.
- De [KSWS+KEA]-configuratie migreren naar [KES+built-in agent]
- Ervoor zorgen dat Kaspersky Security for Windows Server met succes is verwijderd
- KES activeren met een KSWS-sleutel
- Speciale overwegingen voor het migreren van zwaarbelaste servers
- Het beheren van het programma op een Core Mode server
- Migreren van [KSWS+KEA] naar [KES+built-in agent]
- Het programma vanaf de opdrachtregel beheren
- Het programma installeren
- Programma activeren
- Programma verwijderen
- AVP-opdrachten
- SCAN. Malware-scan
- UPDATE. Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- ROLLBACK. Laatste update terugdraaien
- TRACES. Tracing
- START. Start het profiel
- STOP. Een profiel stoppen
- STATUS. Profielstatus
- STATISTICS. Statistieken over werking van profiel
- RESTORE. Bestanden vanuit Back-up terugzetten
- EXPORT. Programma-instellingen exporteren
- IMPORT. Programma-instellingen importeren
- ADDKEY. Een licentiebestand toepassen
- LICENSE. Licentiebeheer
- RENEW. Een licentie aanschaffen
- PBATESTRESET. Reset de resultaten van de schijfcontrole voordat u de schijf encrypt
- EXIT. Programma afsluiten
- EXITPOLICY. Beleid uitschakelen
- STARTPOLICY. Beleid inschakelen
- DISABLE. Bescherming uitschakelen
- SPYWARE. Detectie van spyware
- KSN. Schakelen tussen KSN / KPSN
- KESCLI-opdrachten
- Scan. Malware-scan
- GetScanState. Status van voltooiing van scan
- GetLastScanTime. De voltooiingstijd van de scan bepalen
- GetThreats. Gegevens verkrijgen over gedetecteerde bedreigingen
- UpdateDefinitions. Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- GetDefinitionState. De voltooiingstijd van de update bepalen
- EnableRTP. Beveiliging inschakelen
- GetRealTimeProtectionState. Status van bescherming bestanden
- Versie. De versie van het programma bepalen
- Opdrachten voor beheer van Detection and Response
- Foutcodes
- Appendix. Programmaprofielen
- Het programma via de REST API beheren
- Bronnen met informatie over het programma
- Contact opnemen met de Technische Support
- Beperkingen en waarschuwingen
- Woordenlijst
- Actieve licentie
- Antivirusdatabases
- Archief
- Authenticatie-agent
- Beheergroep
- Beschermd bereik
- Database met phishing-webadressen
- Database met schadelijke webadressen
- Desinfectie
- Extra licentie
- Geïnfecteerd bestand
- Genormaliseerde notatie van het adres van een webbron
- Infecteerbaar bestand
- IOC
- IOC-bestand
- Licentiecertificaat
- Masker
- Netwerkagent
- OLE-object
- OpenIOC
- Portable bestandsbeheer
- Scanbereik
- Taak
- Trusted Platform Module
- Vals alarm
- Verlener van certificaat
- Bijlagen
- Appendix 1. Programma-instellingen
- File Threat Protection
- Web Threat Protection
- Mail Threat Protection
- Network Threat Protection
- Firewall
- BadUSB Attack Prevention
- AMSI-bescherming
- Exploit-preventie
- Gedragsdetectie
- Host Intrusion Prevention
- Remediation Engine
- Kaspersky Security Network
- Log Inspectie
- Webcontrole
- Apparaatcontrole
- Programmacontrole
- Adaptieve controle op afwijkingen
- Bestandsintegriteitsmonitor
- Endpoint Sensor
- Kaspersky Sandbox
- Endpoint Detection and Response
- Endpoint Detection and Response (KATA)
- Full Disk Encryption
- File Level Encryption
- Encryptie van verwisselbare schijven
- Sjablonen (gegevensencryptie)
- Uitzonderingen
- Programma-instellingen
- Rapporten en Opslag
- Netwerkinstellingen
- Interface
- Instellingen beheren
- Databases en softwaremodules van het programma bijwerken
- Appendix 2. Vertrouwensgroepen voor programma's
- Appendix 3. Bestandsextensies voor snelle scan van verwisselbare schijven
- Appendix 4. Bestandstypen voor het bijlagefilter van Mail Threat Protection
- Appendix 5. Netwerkinstellingen voor interactie met externe services
- Appendix 6. Programma-gebeurtenissen
- Appendix 7. Ondersteunde bestandsextensies voor Preventie van uitvoering
- Appendix 8. Ondersteunde scriptinterprekers voor Preventie van uitvoering
- Appendix 9. IOC-scanbereik in het register (RegistryItem)
- Appendix 10. IOC-bestandsvereisten
- Appendix 1. Programma-instellingen
- Informatie over code van derden
- Kennisgevingen over handelsmerken
Een installatiepakket maken
Een installatiepakket is een reeks bestanden waarmee u een Kaspersky-programma op afstand kunt installeren via Kaspersky Security Center. Het installatiepakket bevat een aantal instellingen die vereist zijn om het programma te installeren en om het meteen na de installatie te starten. Het installatiepakket wordt gemaakt met KPD- en KUD-bestanden die bij het distributiepakket van het programma worden meegeleverd. Het installatiepakket van Kaspersky Endpoint Security werkt met alle ondersteunde Windows-versies en soorten processors.
Een installatiepakket maken in de Beheerconsole (MMC)
- Ga in de Beheerconsole naar de map Administration Server → Additional → Remote installation → Installation packages.
Er wordt een lijst geopend met installatiepakketten die zijn gedownload naar Kaspersky Security Center.
- Klik op de knop Create installation package.
De wizard Nieuw pakket wordt gestart. Volg de instructies van de wizard.
Stap 1. Het type installatiepakket selecteren
Selecteer de optie Create an installation package for a Kaspersky application.
Stap 2. De naam van het installatiepakket definiëren
Voer de naam van het installatiepakket in, bijvoorbeeld Kaspersky Endpoint Security voor Windows 12.3.
Stap 3: Het distributiepakket voor installatie selecteren
Klik op de knop Browse en selecteer het bestand kes_win.kud
dat in het distributiepakket zit.
Werk indien nodig de antivirusdatabases in het installatiepakket bij met behulp van het selectievakje Copy updates from repository to installation package.
Stap 4: Gebruiksrechtovereenkomst en Privacybeleid
Lees en accepteer de voorwaarden van de Gebruiksrechtovereenkomst en het Privacybeleid.
Het installatiepakket wordt gemaakt en toegevoegd aan Kaspersky Security Center. Met het installatiepakket kunt u Kaspersky Endpoint Security installeren op computers in het bedrijfsnetwerk of de programmaversie updaten. In de instellingen van het installatiepakket kunt u de programmaonderdelen selecteren en de instellingen voor de installatie van het programma configureren (zie onderstaande tabel). Het installatiepakket bevat antivirusdatabases uit de Administration Server-opslagplaats. U kunt de databases in het installatiepakket updaten om minder verkeer te verbruiken wanneer u de databases wilt updaten nadat Kaspersky Endpoint Security is geïnstalleerd.
Een installatiepakket maken in de Webconsole en Cloudconsole
- Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole Discovery & Deployment → Deployment & Assignment → Installation packages.
Er wordt een lijst geopend met installatiepakketten die zijn gedownload naar Kaspersky Security Center.
- Klik op de knop Add.
De wizard Nieuw pakket wordt gestart. Volg de instructies van de wizard.
Lijst van installatiepakketten
Stap 1. Het type installatiepakket selecteren
Selecteer de optie Create an installation package for a Kaspersky application.
De wizard maakt een installatiepakket met behulp van het distributiepakket dat zich op de Kaspersky-servers bevindt. De lijst wordt automatisch geüpdatet wanneer nieuwe versies worden gereleaset. U wordt aanbevolen deze optie voor de installatie van Kaspersky Endpoint Security te selecteren.
U kunt ook een installatiepakket met behulp van een bestand maken.
Types installatiepakketten
Stap 2. Installatiepakketten
Selecteer het installatiepakket voor Kaspersky Endpoint Security voor Windows. De aanmaak van het installatiepakket wordt gestart. Tijdens het maken van het installatiepakket moet u de voorwaarden van de Gebruiksrechtovereenkomst en het Privacybeleid accepteren.
Lijst van installatiepakketten op Kaspersky servers
Het installatiepakket wordt gemaakt en toegevoegd aan Kaspersky Security Center. Met het installatiepakket kunt u Kaspersky Endpoint Security installeren op computers in het bedrijfsnetwerk of de programmaversie updaten. In de instellingen van het installatiepakket kunt u de programmaonderdelen selecteren en de instellingen voor de installatie van het programma configureren (zie onderstaande tabel). Het installatiepakket bevat antivirusdatabases uit de Administration Server-opslagplaats. U kunt de databases in het installatiepakket updaten om minder verkeer te verbruiken wanneer u de databases wilt updaten nadat Kaspersky Endpoint Security is geïnstalleerd.
Onderdelen opgenomen in het installatiepakket
Installatie-instellingen van het installatiepakket
Instellingen van het installatiepakket
Gedeelte |
Beschrijving |
---|---|
Protection components |
In dit gedeelte kunt u selecteren welke programmaonderdelen beschikbaar zullen zijn. U kunt later de selectie van programmaonderdelen wijzigen met de taak Programmaonderdelen wijzigen. De set beschikbare onderdelen is afhankelijk van de configuratie van het programma: Volledige functionaliteit De standaardconfiguratie. Met deze configuratie kunt u alle onderdelen van het programma gebruiken, inclusief onderdelen die ondersteuning bieden voor Detection and Response-oplossingen. Deze configuratie wordt gebruikt voor uitgebreide bescherming van de computer tegen verschillende bedreigingen, netwerkaanvallen en fraude. U kunt de onderdelen die u wilt installeren selecteren bij de volgende stap van Installatiewizard. De onderdelen BadUSB Attack Prevention, Detection and Response en gegevensversleutelingsonderdelen worden standaard niet geïnstalleerd. Deze onderdelen kunnen in de instellingen van het installatiepakket worden toegevoegd. Als u onderdelen voor detectie en reactie moet installeren, ondersteunt Kaspersky Endpoint Security de volgende configuraties:
Kaspersky Endpoint Security controleert de selectie van componenten alvorens de toepassing te installeren. Als de geselecteerde configuratie van Detection and Response-onderdelen niet wordt ondersteund kan Kaspersky Endpoint Security niet geïnstalleerd worden. Endpoint Detection and Response Agent In deze configuratie kunt u alleen de onderdelen installeren die ondersteuning bieden voor Detection and Response-oplossingen: Endpoint Detection and Response (KATA) of Managed Detection and Response. Deze configuratie is nodig als een Endpoint Protection Platform (EPP) van derden wordt geïmplementeerd in uw organisatie naast een Kaspersky Detection and Response-oplossing. Hierdoor is Kaspersky Endpoint Security in de Endpoint Detection and Response Agent-configuratie compatibel met EPP-programma’s van derden. |
License key |
In deze sectie kunt u het programma activeren. Om het programma te activeren, moet u een licentiecode selecteren. Voordat u dat doet, moet u de code toevoegen aan de Administration Server. Voor meer informatie over het toevoegen van codes aan de Administration Server van Kaspersky Security Center raadpleegt u de Help van Kaspersky Security Center. |
Incompatible Applications |
Neem de lijst met incompatibele programma's zorgvuldig door en sta de verwijdering van deze programma's toe. Als incompatibele programma's op de computer zijn geïnstalleerd, eindigt de installatie van Kaspersky Endpoint Security met een fout. |
Installation settings |
Voeg het pad naar het bestand avp.com toe aan de systeemvariabele %PATH%. U kunt het pad voor de installatie toevoegen aan de variabele %PATH% om de opdrachtregel-interface eenvoudig te gebruiken. Do not protect the installation process. De bescherming van de installatie voorkomt de vervanging van het distributiepakket door schadelijke programma's, blokkeert de toegang tot de installatiemap van Kaspersky Endpoint Security en blokkeert de toegang tot het systeemregister met de programmasleutels. Als het programma echter niet kan worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld wanneer een externe installatie wordt uitgevoerd via Windows Extern bureaublad), wordt u aanbevolen de bescherming van het installatieproces uit te schakelen. Zorg voor compatibiliteit met Citrix PVS. U kunt de ondersteuning voor Citrix Provisioning Services inschakelen om Kaspersky Endpoint Security op een virtuele machine te installeren. Gebruik Azure WVD compatibiliteitsmodus. Met deze functie kunt u de status van de virtuele Azure-machine correct weergeven in de Kaspersky Anti Targeted Attack Platform-console. Om de prestaties van de computer te controleren, verzendt Kaspersky Endpoint Security telemetrie naar KATA-servers. Telemetrie omvat een ID van de computer (Sensor ID). Met de Azure WVD-compatibiliteitsmodus kunt u een permanente unieke sensor-id toewijzen aan deze virtuele machines. Als de compatibiliteitsmodus is uitgeschakeld, kan de sensor-ID veranderen nadat de computer opnieuw is opgestart vanwege de manier waarop virtuele Azure-machines werken. Dit kan er voor zorgen dat duplicaten van virtuele machines op de console worden weergegeven. Path to application installation folder. U kunt het pad voor de installatie van Kaspersky Endpoint Security op een clientcomputer wijzigen. Standaard wordt het programma geïnstalleerd in de map Configuration file. U kunt een bestand uploaden dat de instellingen van Kaspersky Endpoint Security definieert. U kunt een configuratiebestand in de lokale interface van het programma maken. |