Updaten vanaf een gedeelde map

Als u minder internetverkeer wilt verbruiken, kunt u het updaten van databases en programmamodules op computers binnen het bedrijfsnetwerk met behulp van een gedeelde map configureren. In dit geval ontvangt een van de computers in het bedrijfsnetwerk de updatepakketten vanaf Administration Server van Kaspersky Security Center of vanaf de Kaspersky-updateservers en worden de ontvangen updatepakketten naar de gedeelde map gekopieerd. Andere computers in het bedrijfsnetwerk kunnen dan het updatepakket in deze gedeelde map ophalen.

De versie en lokalisering van de Kaspersky Endpoint Security-toepassing die het updatepakket naar een gedeelde map kopieert, moet overeenkomen met de versie en lokalisering van het programma dat databases uit de gedeelde map bijwerkt. Als versies of lokaliseringen van de programma's niet overeenkomen, kan de database-update eindigen met een fout.

Zo configureert u het updaten van databases en programmamodules vanuit een gedeelde map:

Configureren van updates van database en programmamodules vanuit een serveropslagplaats.
Schakel het kopiëren van een updatepakket naar een gedeelde map in op een van de computers in het lokale netwerk.
Kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map inschakelen in de Beheerconsole (MMC)
1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
2. Selecteer in de beheerconsole Tasks.
  De taak Update moet toegewezen zijn aan een computer die als updatebron zal optreden.
3. Klik op de taak Update van Kaspersky Endpoint Security.
  U ziet nu het venster met de taakeigenschappen.
  
  De taak Update wordt automatisch gemaakt door de snelstart-wizard van de Administration Server. Voor het maken van de taak Update installeert u de beheerplug-in van Kaspersky Endpoint Security voor Windows wanneer u de stappen van de wizard volgt.
4. Selecteer het gedeelte Settings in het venster met taakeigenschappen.
  
  Instellingen van Update-taak
5. In het blok Instellingen voor lokale modus updaten, klikt u op de knop Instellingen.
6. Configureer de updatebronnen.
  De updatebronnen kunnen Kaspersky-updateservers, Administration Server van Kaspersky Security Center, andere FTP- of HTTP-servers, lokale mappen of netwerkmappen zijn.
7. Selecteer het selectievakje Updates naar map kopiëren.
8. Voer in het veld Pad naar map het UNC-pad naar de gedeelde map in (bijvoorbeeld \\<server name>\KLSHARE\Updates).
  Als het veld leeg wordt gelaten, kopieert Kaspersky Endpoint Security het updatepakket naar de map C:\Documents and Settings\All Users\Application Data\Kaspersky Lab\AVP12\Update distribution\.
9. Sla uw wijzigingen op.
Kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map inschakelen in de Webconsole en Cloudconsole.
1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Tasks.
  De lijst met taken wordt geopend.
  
  De taak Update moet toegewezen zijn aan een computer die als updatebron zal optreden.
2. Klik op de taak Update van Kaspersky Endpoint Security.
  U ziet nu het venster met de taakeigenschappen.
3. De taak Update wordt automatisch gemaakt door de snelstart-wizard van de Administration Server. Voor het maken van de taak Update installeert u de beheerplug-in van Kaspersky Endpoint Security voor Windows wanneer u de stappen van de wizard volgt.
4. Selecteer het tabblad Application settings → Local mode.
5. Configureer de updatebronnen.
  De updatebronnen kunnen Kaspersky-updateservers, Administration Server van Kaspersky Security Center, andere FTP- of HTTP-servers, lokale mappen of netwerkmappen zijn.
6. Selecteer het selectievakje Copy updates to folder.
7. Voer in het veld Path het UNC-pad naar de gedeelde map in (bijvoorbeeld \\<server name>\KLSHARE\Updates).
  Als het veld leeg wordt gelaten, kopieert Kaspersky Endpoint Security het updatepakket naar de map C:\Documents and Settings\All Users\Application Data\Kaspersky Lab\AVP12\Update distribution\.
8. Sla uw wijzigingen op.
Kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map inschakelen in de programma-interface
1. Ga in het hoofdvenster van het programma naar het gedeelte Updaten.
  
  Lokale updatetaken
2. U ziet nu de lijst met taken: selecteer de taak Update van databases en programmamodules en klik op .
  U ziet nu het venster met de taakeigenschappen.
3. Schakel in het blok Updates verdelen het selectievakje Updates naar map kopiëren in.
4. Voer het UNC-pad naar de gedeelde map in (bijvoorbeeld \\<server name>\KLSHARE\Updates).
  Sla uw wijzigingen op.
Configureer het ophalen van updates voor databases en programmamodules in de gedeelde map voor de resterende computers in het bedrijfsnetwerk.
Updates configureren vanuit de gedeelde folder via de Beheerconsole (MMC)
1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Tasks.
  De lijst met taken wordt geopend.
2. Klik op Add.
  De wizard Taak wordt gestart.
3. Configureer de taakinstellingen:
  1. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Application de optie Kaspersky Endpoint Security for Windows (12.4).
  2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Task type de optie Update.
4. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
5. Selecteer in de beheerconsole Tasks.
  De lijst met taken wordt geopend.
6. Klik op New task.
De wizard Taak wordt gestart. Volg de instructies van de wizard.

Stap 1. Een taaktype selecteren

Selecteer Kaspersky Endpoint Security for Windows (12.4) → Update.

Stap 2. Updatebronnen selecteren

Voeg een nieuwe updatebron toe: een gedeelde map. Het bronadres moet overeenkomen met het adres dat u eerder hebt opgegeven in het veld Pad naar map wanneer u het kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map hebt geconfigureerd. Configureer de prioriteiten van updatebronnen met de knoppen Omhoog en Omlaag.

Stap 3: De apparaten selecteren waaraan de taak zal worden toegewezen

Selecteer de computers waarop de taak wordt uitgevoerd. De volgende opties zijn beschikbaar:
- Wijs de taak aan een beheergroep toe. In dit geval wordt de taak toegewezen aan computers uit een eerder gemaakte beheergroep.
- Selecteer computers die door Administration Server zijn gevonden in het netwerk: niet-toegewezen apparaten. De specifieke apparaten kunnen apparaten in beheergroepen of niet-toegewezen apparaten zijn.
- Geef de adressen van apparaten handmatig op of importeer de adressen vanuit een lijst. U kunt NetBIOS-namen, IP-adressen en IP-subnetten van apparaten opgeven waaraan u de taak wilt toewijzen.
De taak Update moet toegewezen zijn aan de computers van het bedrijfsnetwerk, behalve de computer die als updatebron optreedt.

Stap 4: Het account selecteren om de taak uit te voeren

Selecteer een account om de Update uit te voeren. Kaspersky Endpoint Security start de taak standaard met de rechten van een lokaal gebruikersaccount.

Stap 5. Een taakstartschema configureren

Configureer een schema voor het starten van een taak, bijvoorbeeld handmatig of nadat antivirusdatabases zijn gedownload naar de opslagplaats.

Stap 6. Taaknaam definiëren

Voer de naam van de taak in, bijvoorbeeld Updaten van een gedeelde map.

Stap 7. Aanmaak van de taak voltooien

Verlaat de wizard verlaten. Schakel indien nodig het selectievakje Run the task after the wizard finishes in. U kunt de voortgang van de taak volgen in de taakeigenschappen. Als resultaat wordt de updatetaak volgens het opgegeven schema uitgevoerd op de computers van de gebruikers.
Updates configureren vanuit de gedeelde map via de Webconsole en Cloudconsole
1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Tasks.
  De lijst met taken wordt geopend.
2. Klik op Add.
  De wizard Taak wordt gestart.
3. Configureer de taakinstellingen:
  1. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Application de optie Kaspersky Endpoint Security for Windows (12.4).
  2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Task type de optie Update.
  3. Typ in het veld Task name een korte omschrijving, zoals Updaten vanuit een gedeelde map.
  4. Selecteer in het gedeelte Select devices to which the task will be assigned het bereik van de taak.
    De taak Update moet toegewezen zijn aan de computers van het bedrijfsnetwerk, behalve de computer die als updatebron optreedt.
4. Selecteer apparaten naargelang de geselecteerde optie voor het bereik van de taak en ga naar de volgende stap.
5. Verlaat de wizard verlaten.
  U ziet een nieuwe taak in de tabel met taken.
6. Klik op de nieuwe taak Update.
  U ziet nu het venster met de taakeigenschappen.
7. Selecteer het tabblad Application settings → Local mode.
8. In het blok Update sources, klikt u op de knop Add.
9. Geef in het veld Web address or path to a local or network folder het pad naar de gedeelde map op.
  Het bronadres moet overeenkomen met het adres dat u eerder hebt opgegeven in het veld Path wanneer u het kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map hebt geconfigureerd (zie eerder vermelde instructies).
10. Klik op OK.
11. Configureer de prioriteiten van updatebronnen met de knoppen Up en Down.
12. Sla uw wijzigingen op.
Updates configureren vanuit de gedeelde map in de programma-interface
1. Ga in het hoofdvenster van het programma naar het gedeelte Updaten.
  
  Lokale updatetaken
2. U ziet nu de lijst met taken: selecteer de taak Update van databases en programmamodules en klik op .
  U ziet nu het venster met de taakeigenschappen.
3. Klik op Updatebronnen selecteren.
4. Klik in het venster op de knop Toevoegen.
5. Geef in het venster dat wordt geopend het pad naar de gedeelde map.
  Het bronadres moet overeenkomen met het adres dat u eerder hebt opgegeven wanneer u het kopiëren van het updatepakket naar de gedeelde map hebt geconfigureerd (zie instructies hierboven).
6. Klik op Selecteren.
7. Configureer de prioriteiten van updatebronnen met de knoppen Omhoog en Omlaag.
  Als een update niet kan worden uitgevoerd vanaf de eerste updatebron, schakelt Kaspersky Endpoint Security automatisch over naar de volgende bron.
8. Sla uw wijzigingen op.
Updaten vanaf een gedeelde map

Naar boven