Met het Kaspersky-programma kunt u e-mailberichten scannen op gevaarlijke objecten via Mail Anti-Virus. Mail Anti-Virus start wanneer het besturingssysteem wordt gestart en blijft continu in het RAM van de computer. Het scant alle e-mailberichten die worden verzonden of ontvangen met de protocollen POP3, SMTP, IMAP en NNTP, alsook via versleutelde verbindingen (SSL) met de protocollen POP3, SMTP en IMAP.
Mail Anti-Virus scant standaard zowel inkomende als uitgaande berichten. Indien nodig kunt u het scannen van enkel inkomende berichten inschakelen.
Mail Anti-Virus configureren:
Dit opent het venster Instellingen.
Dit brengt u naar het venster Instellingen van Mail Anti-Virus.
Als geen dreigingen zijn gedetecteerd in een e-mailbericht, of als alle geïnfecteerde objecten succesvol zijn gedesinfecteerd, wordt het bericht beschikbaar gesteld voor verdere toegang. Als het onderdeel een geïnfecteerd object niet kan desinfecteren, hernoemt of verwijdert Mail Anti-Virus het object uit het bericht en voegt het een melding aan het onderwerp van het bericht toe waarin staat dat het bericht is verwerkt door het Kaspersky-programma. Voordat een object wordt verwijderd, maakt het Kaspersky-programma een back-up en plaatst er een kopie van Quarantaine.
Wanneer u een upgrade naar een nieuwere versie van het programma uitvoert, worden de door de gebruiker geconfigureerde instellingen voor Mail Anti-Virus niet behouden. De nieuwe programmaversie zal de standaardinstellingen van Mail Anti-Virus gebruiken.
Als het Kaspersky-programma tijdens het scannen het wachtwoord voor het archief in de tekst van het bericht detecteert, wordt het wachtwoord gebruikt om de inhoud van dat archief te scannen op malware. Het wachtwoord wordt niet opgeslagen. Het archief wordt uitgepakt alvorens het wordt gescand. Als het programma crasht tijdens het uitpakken van het archief, kunt u de uitgepakte bestanden handmatig verwijderen op de volgende locatie: %systemroot%\temp. De bestanden hebben het prefix PR.
Naar boven