1. Ga in het hoofdvenster van het programma naar Bewaking en klik op de tegel Netwerkmonitor.
2. Selecteer het tabblad Netwerkactiviteit.

   Op het tabblad Netwerkactiviteit ziet u alle huidige actieve netwerkverbindingen van de computer. Zowel uitgaande als inkomende netwerkverbindingen worden weergegeven.

3. Selecteer in het contextmenu van een netwerkverbinding de optie Regel voor netwerkpakketten maken.

   Dit opent de eigenschappen van de netwerkregel.

4. Stel de status Actief in voor de pakketregel.
5. Voer de naam van de netwerkservice handmatig in het veld Naam in.
6. Configureer de netwerkregelinstellingen (zie onderstaande tabel).

   U kunt een vooraf gedefinieerd regelsjabloon selecteren door op de koppeling Sjabloon voor netwerkregel klikken. Regelsjablonen beschrijven de meest frequent gebruikte netwerkverbindingen.

   Alle instellingen voor netwerkregels worden automatisch ingevuld.

7. Als u wilt dat de acties van de netwerkregel worden opgenomen in het rapport, schakelt u het selectievakje Gebeurtenissen registreren in.
8. Klik op Opslaan.

   De nieuwe netwerkregel wordt aan de lijst toegevoegd.

9. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag om de prioriteit van de netwerkregel in te stellen.
10. Sla uw wijzigingen op.

1. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop .
2. Selecteer Essential Threat Protection → Firewall in het venster met de programma-instellingen.
3. Klik op Pakketregels.

   Dit opent een lijst met standaard netwerkregels die door Firewall zijn ingesteld.

4. Gebruik de Toevoegen vervolgkeuzelijst, selecteer de locatie van de regel in de lijst: bovenaan de lijst, onderaan de lijst of naast de geselecteerde regel.

   De positie van de regel in de lijst bepaalt de prioriteit van de regel. De regel bovenaan de lijst heeft de hoogste prioriteit.

5. Stel de status Actief in voor de pakketregel.
6. Voer de naam van de netwerkservice handmatig in het veld Naam in.
7. Configureer de netwerkregelinstellingen (zie onderstaande tabel).

   U kunt een vooraf gedefinieerd regelsjabloon selecteren door op de koppeling Sjabloon voor netwerkregel klikken. Regelsjablonen beschrijven de meest frequent gebruikte netwerkverbindingen.

   Alle instellingen voor netwerkregels worden automatisch ingevuld.

8. Als u wilt dat de acties van de netwerkregel worden opgenomen in het rapport, schakelt u het selectievakje Gebeurtenissen registreren in.
9. Klik op Opslaan.

   De nieuwe netwerkregel wordt aan de lijst toegevoegd.

10. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag om de prioriteit van de netwerkregel in te stellen.
11. Sla uw wijzigingen op.

1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
2. Selecteer in de beheerconsole Policies.
3. Selecteer het noodzakelijke beleid en dubbelklik om de beleidseigenschappen te openen.
4. Selecteer in het beleidsvenster Essential Threat Protection → Firewall.
5. In het blok Firewall-instellingen, klikt u op de knop Instellingen.

   Dit opent de lijst met netwerkpakketregels en de lijst met netwerkregels voor programma's.

6. Selecteer het tabblad Regels voor netwerkpakketten.

   Dit opent een lijst met standaard netwerkregels die door Firewall zijn ingesteld.

7. Gebruik de Toevoegen vervolgkeuzelijst, selecteer de locatie van de regel in de lijst: bovenaan de lijst, onderaan de lijst of naast de geselecteerde regel.

   De positie van de regel in de lijst bepaalt de prioriteit van de regel. De regel bovenaan de lijst heeft de hoogste prioriteit.

8. Voer de naam van de netwerkservice handmatig in het veld Naam in.
9. Configureer de netwerkregelinstellingen (zie onderstaande tabel).

   U kunt een vooraf gedefinieerd regelsjabloon selecteren door op de knop te klikken. Regelsjablonen beschrijven de meest frequent gebruikte netwerkverbindingen.

   Alle instellingen voor netwerkregels worden automatisch ingevuld.

10. Als u wilt dat de acties van de netwerkregel worden opgenomen in het rapport, schakelt u het selectievakje Gebeurtenissen registreren in.
11. Sla de nieuwe netwerkregel op.
12. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag om de prioriteit van de netwerkregel in te stellen.
13. Sla uw wijzigingen op.

De Firewall controleert netwerkpakketten volgens de regel. U kunt een pakketregel uitschakelen via Firewall zonder deze uit de lijst te verwijderen. Schakel hiervoor het selectievakje naast het object uit.

1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Assets (Devices) → Policies & profiles.
2. Klik op de naam van het Kaspersky Endpoint Security-beleid.

   U ziet nu het venster met de beleidseigenschappen.

3. Selecteer het tabblad Application settings.
4. Selecteer Essential Threat Protection → Firewall.
5. Klik in het blok Firewall Settings op de koppeling Network packet rules.

   Dit opent een lijst met standaard netwerkregels die door Firewall zijn ingesteld.

6. Gebruik de Add vervolgkeuzelijst, selecteer de locatie van de regel in de lijst: bovenaan de lijst, onderaan de lijst of naast de geselecteerde regel.

   De positie van de regel in de lijst bepaalt de prioriteit van de regel. De regel bovenaan de lijst heeft de hoogste prioriteit.

7. Voer de naam van de netwerkservice handmatig in het veld Name in.
8. Configureer de netwerkregelinstellingen (zie onderstaande tabel).

   U kunt een vooraf gedefinieerd regelsjabloon selecteren door op de koppeling Select template klikken. Regelsjablonen beschrijven de meest frequent gebruikte netwerkverbindingen.

   Alle instellingen voor netwerkregels worden automatisch ingevuld.

9. Als u wilt dat de acties van de netwerkregel worden opgenomen in het rapport, schakelt u het selectievakje Log events in.
10. Sla de netwerkregel op.

    De nieuwe netwerkregel wordt aan de lijst toegevoegd.

11. Gebruik de knoppen Up/Down om de prioriteit van de netwerkregel in te stellen.
12. Sla uw wijzigingen op.

De Firewall controleert netwerkpakketten volgens de regel. U kunt een pakketregel uitschakelen via Firewall zonder deze uit de lijst te verwijderen. Gebruik de schakelaar in de kolom Status om de pakketregel in of uit te schakelen.