Het upgraden van de applicatie zonder herstarten zorgt voor een ononderbroken werking van de server tijdens het bijwerken van de programmaversie.
Het upgraden van het programma zonder een herstart heeft de volgende beperkingen:
U kunt het programma upgraden zonder opnieuw te starten vanaf versie 11.10.0. Als u een eerdere versie van het programma wilt upgraden, moet u de computer opnieuw opstarten.
U kunt patches installeren zonder herstarten vanaf versie 11.11.0. Om patches voor eerdere versies van het programma te installeren, kan het nodig zijn de computer opnieuw op te starten.
Het programma upgraden zonder opnieuw te starten is niet beschikbaar op computers met ingeschakelde gegevensencryptie (Kaspersky-encryptie (FDE), BitLocker, File Level Encryption (FLE)). Om het programma te upgraden op computers met ingeschakelde gegevenscodering, moet de computer opnieuw worden opgestart.
Het programma kan niet worden geüpgraded op een virtuele machine zonder een herstart. Als u het programma op een virtuele machine wilt upgraden, moet u de virtuele machine opnieuw opstarten.
Na het wijzigen van de programmaonderdelen of het repareren van het programma moet u de computer opnieuw opstarten.
Na de installatie van een update of patch wordt het programma opnieuw gestart om een upgrade naar de nieuwe versie uit te voeren. Het herstarten van Kaspersky Endpoint Security kan een minuut duren. Tijdens deze tijd is de computer minder beschermd. Na de herstart van het programma wordt het beschermingsniveau van de computer hersteld.
Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
Selecteer in de beheerconsole Policies.
Selecteer het noodzakelijke beleid en dubbelklik om de beleidseigenschappen te openen.
Selecteer Algemene instellingen → Programma-instellingen in het beleidsvenster.
Schakel in het blok Geavanceerde instellingen het selectievakje Installeer programma-updates zonder opnieuw op te starten in of uit om de upgrademodus voor het programma te configureren.
Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Assets (Devices) → Policies & profiles.
Klik op de naam van het Kaspersky Endpoint Security-beleid.
U ziet nu het venster met de beleidseigenschappen.
Selecteer het tabblad Application settings.
Ga naar General settings → Application Settings.
Instellingen Kaspersky Endpoint Security voor Windows
Schakel in het blok Advanced settings het selectievakje Install application updates without restart in of uit om de upgrademodus voor het programma te configureren.
Selecteer Algemene instellingen → Programma-instellingen in het venster met de programma-instellingen.
Instellingen Kaspersky Endpoint Security voor Windows
Schakel in het blok Algemeen het selectievakje Updates installeren zonder computer opnieuw te starten in of uit om de upgrademodus voor het programma te configureren.
Sla uw wijzigingen op.
Als gevolg hiervan worden na het upgraden van het programma zonder opnieuw opstarten twee versies van het programma op de computer geïnstalleerd. Het installatieprogramma installeert de nieuwe versie van het programma om submappen te scheiden in de mappen Program Files en Program Data. Het installatieprogramma maakt ook een aparte registersleutel voor de nieuwe versie van het programma. U hoeft de vorige versie van het programma niet handmatig te verwijderen. De vorige versie wordt automatisch verwijderd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart.
U kunt de Kaspersky Endpoint Security-upgrade controleren met behulp van het Kaspersky-programmaversierapport in de Kaspersky Security Center-console.