U kunt Kaspersky Endpoint Security op de volgende manieren installeren:
KSVLA Light Agent verwijderen
U kunt het programma op afstand verwijderen met behulp van de Install application remotely taak, lokaal op de virtuele machine of in de sjabloon voor de virtuele machine. Nadat u KSVLA Light Agent hebt verwijderd, moet u de virtuele machine mogelijk opnieuw opstarten.
Nadat het verwijderen van KSVLA Light Agent, installeer KES Light Agent met behulp van een geschikte methode.
Kaspersky Endpoint Security installeren
Als wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld om de toegang tot KSVLA Light Agent te beperken, moet u de wachtwoordbeveiliging uitschakelen in het beleid van KSVLA Light Agent voordat u KES Light Agent installeert. U kunt het wachtwoord voor het verwijderen niet invoeren in de instellingen van het installatiepakket van KES Light Agent. Nadat de installatie van KES Light Agent bovenop KSVLA Light Agent is voltooid, moet u wachtwoordbeveiliging inschakelen in het KES-beleid.
Wanneer u Kaspersky Endpoint Security installeert, moet u de modus Light Agent om virtuele omgevingen te beschermen selecteren. Voordat KES Light Agent op een virtuele machine wordt geïnstalleerd, detecteert het installatieprogramma KSVLA Light Agent als incompatibele software en verwijdert het deze. Migratie van de KSVLA Light Agent-configuratie wordt niet ondersteund. Dat wil zeggen dat wanneer u KES Light Agent installeert, de set onderdelen die u installeert, wordt bepaald door uw selectie in de eigenschappen van het installatiepakket of in de installatiewizard. Nadat u KSVLA Light Agent hebt verwijderd, moet u de virtuele machine opnieuw opstarten.
Instellingen en taken van KSVLA Light Agent worden niet gemigreerd wanneer u KES Light Agent installeert. Om instellingen en taken te migreren, voert u de wizard Batchconversie van beleid en taken uit.
U kunt de lijst van geïnstalleerde onderdelen controleren in het gedeelte Beveiliging van de programma-interface, met de opdracht status of in de Kaspersky Security Center-console in computereigenschappen. U kunt de set componenten na installatie wijzigen met behulp van Programmaonderdelen wijzigen.