Selecteer Uitzonderingen in het gedeelte Algemene instellingen links in het venster.
De instellingen voor de uitzonderingen worden rechts in het venster weergegeven.
Klik in het gedeelte Scanuitzonderingen en vertrouwde zone op de knop Instellingen.
Het venster Vertrouwde zone wordt geopend.
Selecteer in het venster Vertrouwde zone het tabblad Vertrouwde programma's.
Zo voegt u een programma aan de lijst met vertrouwde programma's toe:
Klik op de knop Toevoegen.
Doe in het geopende contextmenu een van het volgende:
Als u het programma wilt zoeken in de lijst met programma's die op de computer zijn geïnstalleerd, selecteert u de optie Programma's in het menu.
Het venster Programma selecteren wordt geopend.
Selecteer Bladeren als u het pad naar het uitvoerbare bestand van het relevante programma wilt opgeven.
Het standaardvenster Bestand openen wordt in Microsoft Windows geopend.
Selecteer het programma op een van de volgende manieren:
Als u tijdens de vorige stap Programma's hebt geselecteerd, selecteert u het programma in de lijst met programma's die op de computer zijn geïnstalleerd en klikt u op OK in het venster Programma selecteren.
Als u tijdens de vorige stap Bladeren hebt geselecteerd, geeft u het pad naar het uitvoerbare bestand van het relevante programma op en klikt u op de knop Openen in het standaardvenster Openen van Microsoft Windows.
Deze acties zorgen ervoor dat het venster Scanuitzonderingen voor programma wordt geopend.
Schakel de selectievakjes naast de relevante regels van de vertrouwde zone voor het geselecteerde programma in:
Scan geen geopende bestanden.
Bewaak geen programma-activiteit.
Neem geen beperkingen van bovenliggend proces (programma) over.
Bewaak geen activiteiten van onderliggende processen.
Blokkeer de interactie met de programma-interface niet.
Scan geen netwerkverkeer.
Als u een vertrouwd programma toevoegt met behulp van de beheerplug-in voor Kaspersky Endpoint Security, moet u het programma opgeven zonder maskers te gebruiken opdat de instelling Scan geen netwerkverkeer zou werken.
Klik in het venster Scanuitzonderingen voor programma op OK.
Het vertrouwde programma dat u hebt toegevoegd, wordt in de lijst met vertrouwde programma's weergegeven.
Zo bewerkt u de instellingen van een vertrouwd programma:
Selecteer een vertrouwd programma in de lijst met vertrouwde programma's.
Klik op de knop Bewerken.
Het venster Scanuitzonderingen voor programma wordt geopend.
Schakel de selectievakjes naast de relevante regels van de vertrouwde zone voor het geselecteerde programma in of uit:
Als geen regels voor de vertrouwde zone zijn geselecteerd in het venster Scanuitzonderingen voor programma, wordt het vertrouwde programma ook gescand. In dit geval wordt het vertrouwde programma niet verwijderd uit de lijst met vertrouwde programma's maar is het selectievakje ervan wel uitgeschakeld.
Klik in het venster Scanuitzonderingen voor programma op OK.
Zo verwijdert u een vertrouwd programma uit de lijst met vertrouwde programma's:
Selecteer een vertrouwd programma in de lijst met vertrouwde programma's.
Klik op de knop Verwijderen.
Klik in het venster Vertrouwde zone op OK.
Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.