Gegevens vanuit een back-up herstellen

Zo herstelt u gegevens vanuit een back-up:

1. Open het hoofdvenster van het programma.
2. Selecteer het gedeelte Prestaties.
3. In het blok Back-up en Herstel klikt u op de knop Back-ups bekijken.

   Dit opent het venster Back-up en Herstel.

   • Klik op de knop Bestanden terugzetten naast de relevante back-uptaak.
   • Klik op de knop Opslag beheren om een venster te openen en klik op de knop Bestanden terugzetten naast de relevante back-upopslag.
4. Als tijdens het maken van de back-up een wachtwoord is opgegeven, typt u dit wachtwoord in het venster Typ je wachtwoord voor toegang tot de opslag.
5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Datum / tijd back-up de datum en het tijdstip van het aanmaken van de back-up.
6. Doe een van de volgende acties:
   • Als u alle gegevens wilt herstellen, schakelt u het selectievakje Alle gegevens in.
   • Als u slechts bepaalde mappen wilt terugzetten, schakelt u de selectievakjes naast de relevante mappen in.
   • Als u slechts bepaalde bestanden wilt terugzetten, schakelt u de selectievakjes naast de relevante bestanden in de kolom Naam in.
7. Als u alleen specifieke bestandstypen wilt herstellen, selecteert u deze bestandstypen in de vervolgkeuzelijst Bestandstype.
8. Klik op Geselecteerde bestanden terugzetten.

   Dit opent het venster Bestanden vanuit back-ups terugzetten.

9. Selecteer één van de twee opties:
   • Oorspronkelijke map. Als deze optie is geselecteerd, herstelt het programma gegevens naar de oorspronkelijke map.
   • Opgegeven map. Als deze optie is geselecteerd, herstelt het programma gegevens naar de opgegeven map. Klik op de knop Bladeren om de map te selecteren waarnaar u gegevens wilt herstellen.
10. In de vervolgkeuzelijst Als bestandsnamen niet overeenkomen selecteert u de actie die het programma moet uitvoeren wanneer de naam van het bestand dat wordt teruggezet, overeenkomt met de naam van een bestand dat zich al in de doelmap bevindt:
    • vragen: wanneer bestandsnamen overeenkomen, vraagt het programma u een optie te kiezen: het bestand vervangen door kopie uit back-up, beide bestanden opslaan of het bestand niet herstellen.
    • bestand vervangen door kopie uit back-up – het Kaspersky-programma verwijdert het bestaande bestand en vervangt het door het bestand uit de back-up.
    • beide bestanden opslaan – het Kaspersky-programma laat het bestaande bestand ongewijzigd en slaat het bestand uit de back-up op onder een nieuwe naam in dezelfde map.
    • dit bestand niet terugzetten – het Kaspersky-programma laat het bestaande bestand ongewijzigd en zet het bestand met dezelfde naam uit de back-up niet terug.
11. Klik op Terugzetten.

    De bestanden die zijn geselecteerd voor herstel worden vanuit de back-up teruggezet en in de opgegeven map opgeslagen.