Regels voor programmacontrole testen via Kaspersky Security Center

Als u ervoor wilt zorgen dat regel van Programmacontrole geen programma's blokkeren die u nodig hebt voor uw werk, wordt u aanbevolen om het testen van de regels van Programmacontrole in te schakelen en hun werking na de aanmaak van nieuwe regels te analyseren. Wanneer het testen van de regels van Programmacontrole is ingeschakeld, blokkeert Kaspersky Endpoint Security geen programma's waarvan de opstart verboden is door regels van Programmacontrole maar stuurt het wel meldingen over de opstart ervan naar de Administration Server.

Voor een analyse van de werking van de regels van Programmacontrole moeten de resulterende gebeurtenissen van Programmacontrole die worden gerapporteerd aan Kaspersky Security Center worden onderzocht. Als de testen aangeven dat alle benodigde programma's voor het werk van de gebruiker kunnen worden gestart, betekent dit dat de juiste regels zijn aangemaakt. In het andere geval wordt u aanbevolen de instellingen van de aangemaakte regels bij te werken, extra regels aan te maken of de bestaande regels te verwijderen.

Kaspersky Endpoint Security staat standaard het opstarten van alle programma's toe, behalve de programma's die volgens de regels verboden zijn.

Zo schakelt u het testen voor regels van Programmacontrole in Kaspersky Security Center in of uit:

1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
2. Open in de map Beheerde apparaten in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de beheergroep waartoe de relevante clientcomputers behoren.
3. Selecteer in de werkruimte het tabblad Beleid.
4. Selecteer het noodzakelijke beleid en dubbelklik om de beleidseigenschappen te openen.
5. Selecteer in het venster Beleid, Security Controls → Programmacontrole.

   Rechts in het venster ziet u de instellingen van het onderdeel Programmacontrole.

6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Controlemodus een van de volgende opties:
   • Denylist . Als deze optie is geselecteerd, staat Programmacontrole toe dat alle gebruikers programma's starten, behalve in gevallen waarbij aan de voorwaarden van de blokkeringsregels van Programmacontrole is voldaan.
   • Allowlist. Als deze optie is geselecteerd, staat Programmacontrole niet toe dat gebruikers programma's starten, behalve in gevallen waarbij aan de voorwaarden van de uitvoeringsregels van Programmacontrole is voldaan.
7. Doe een van de volgende acties:
   • Als u het testen voor regels van Programmacontrole wilt inschakelen, selecteert u de optie Regels testen in de vervolgkeuzelijst Actie.
   • Als u programmacontrole wilt inschakelen om het opstarten van programma's op de computers van gebruikers te beheren, selecteert u de optie Regels toepassen in de vervolgkeuzelijst Actie.
8. Sla uw wijzigingen op.