Appendix. Programmaprofielen

Een Profiel is een onderdeel, taak of functie van Kaspersky Endpoint Security. Profielen worden gebruikt voor het beheer van het programma vanaf de opdrachtregel. U kunt profielen gebruiken om de opdrachten START, STOP, STATUS, STATISTICS, en EXPORT uit te voeren. Met profielen kunt u programma-instellingen configureren (bijvoorbeeld STOP DeviceControl) of taken starten (bijvoorbeeld START Scan_My_Computer).

De volgende profielen zijn beschikbaar:

• AdaptiveAnomaliesControl – Adaptieve controle op afwijkingen.
• AMSI – AMSI-bescherming.
• BehaviorDetection – Gedragsdetectie.
• DeviceControl – Apparaatcontrole.
• EntAppControl – Programmacontrole.
• File_Monitoring of FM – File Threat Protection.
• Firewall of FW – Firewall.
• HIPS – Host Intrusion Prevention.
• IDS – Network Threat Protection.
• IntegrityCheck – Integriteitscontrole.
• LogInspector – Log Inspectie.
• Mail_Monitoring of EM – Mail Threat Protection.
• Rollback – Update terugdraaien.
• Scan_ContextScan – Scannen vanuit contextmenu.
• Scan_IdleScan – Achtergrondscan.
• Scan_Memory – Scan van kernelgeheugen.
• Scan_My_Computer – Volledige Scan.
• Scan_Objects – Aangepaste Scan.
• Scan_Qscan – Scan objecten die bij de opstart van het besturingssysteem worden geladen.
• Scan_Removable_Drive – Scan van verwisselbare schijven.
• Scan_Startup of STARTUP – Kritieke Gebiedenscan.
• Updater – Update.
• Web_Monitoring of WM – Web Threat Protection.
• WebControl – Webcontrole.

Kaspersky Endpoint Security ondersteunt ook serviceprofielen. Serviceprofielen zijn mogelijk vereist wanneer u contact opneemt met de Technische Support van Kaspersky.