Integratie van de ingebouwde agent met EDR Optimum / EDR Expert

Om te integreren met Kaspersky Endpoint Detection and Response, moet u het Endpoint Detection and Response Optimum (EDR Optimum)-onderdeel of het Endpoint Detection and Response Expert (EDR Expert)-onderdeel toevoegen en Kaspersky Endpoint Security configureren.

De onderdelen EDR Optimum, EDR Expert en EDR (KATA) zijn niet compatibel met elkaar.

Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan om Endpoint Detection and Response te laten werken:

• Kaspersky Security Center versie 13.2 of hoger. In eerdere versies van Kaspersky Security Center is het onmogelijk om de Endpoint Detection and Response-functie te activeren.
• Het EDR Optimum-onderdeel als onderdeel van Kaspersky Endpoint Security ondersteunt de interactie met de Kaspersky Endpoint Detection and Response Optimum 2.0-oplossing. De interactie met Kaspersky Endpoint Detection and Response Optimum versie 1.0 wordt niet ondersteund.
• EDR Optimum kan worden beheerd in Kaspersky Security Center Web Console en Kaspersky Security Center Cloud Console.

  EDR Expert kan alleen worden beheerd met behulp van de Cloudconsole van Kaspersky Security Center. U kunt deze functionaliteit niet beheren met de Beheerconsole (MMC).

• Het programma is geactiveerd en de functionaliteit valt onder de licentie.
• Het onderdeel Endpoint Detection and Response is ingeschakeld.
• Programmaonderdelen waarvan Endpoint Detection and Response afhankelijk is, zijn ingeschakeld en operationeel. Endpoint Detection and Response is afhankelijk van de volgende onderdelen:
  • File Threat Protection.
  • Web Threat Protection.
  • Mail Threat Protection.
  • Exploit-preventie.
  • Gedragsdetectie.
  • Host Intrusion Prevention.
  • Remediation Engine.
  • Adaptieve controle op afwijkingen.

De integratie met Kaspersky Endpoint Detection and Response omvat de volgende stappen:

1. Endpoint Detection and Response-onderdelen installeren

   U kunt het onderdeel EDR Optimum of EDR Expert selecteren tijdens de installatie of upgrade en kunt ook de taak Programmaonderdelen wijzigen gebruiken.

   U moet uw computer opnieuw opstarten om de upgrade van het programma met de nieuwe componenten te voltooien.

2. Kaspersky Endpoint Detection and Response activeren

   U kunt op de volgende manieren een licentie verkrijgen om Kaspersky Endpoint Detection and Response te gebruiken:

   • Endpoint Detection and Response-functionaliteit is inbegrepen in de Kaspersky Endpoint Security for Windows-licentie.

     De functie zal beschikbaar zijn onmiddellijk na de activering van Kaspersky Endpoint Security voor Windows.

   • Een afzonderlijke licentie kpopen voor EDR Optimum of EDR Expert. (Kaspersky Endpoint Detection and Response add-on).

     De functie is beschikbaar nadat u een afzonderlijke sleutel voor Kaspersky Endpoint Detection and Response hebt toegevoegd. Als resultaat worden er twee sleutels op de computer geïnstalleerd: een sleutel voor Kaspersky Endpoint Security en een sleutel voor Kaspersky Endpoint Detection and Response.

     Licenties voor de zelfstandige Endpoint Detection and Response-functionaliteit zijn hetzelfde als de licenties van Kaspersky Endpoint Security.

   Zorg ervoor dat de EDR Optimum of EDR Expert-functionaliteit is inbegrepen in de licentie en wordt uitgevoerd in de lokale interface van het programma.

   Voor meer informatie over de EDR Optimum Gebruiksrechtovereenkomst raadpleeg de Help van Kaspersky Endpoint Detection and Response Optimum.

3. Kaspersky Endpoint Detection and Response-onderdelen inschakelen

   U kunt het onderdeel in- of uitschakelen in de beleidsinstellingen van Kaspersky Endpoint Security voor Windows.

   Het onderdeel Endpoint Detection and Response in- of uitschakelen in de webconsole en cloudconsole

   1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Policies & profiles.
   2. Klik op de naam van het Kaspersky Endpoint Security-beleid.

      U ziet nu het venster met de beleidseigenschappen.

   3. Selecteer het tabblad Application settings.
   4. Ga naar Detection and Response → Endpoint Detection and Response.
   5. Zet de schakelaar Endpoint Detection and Response aan.
   6. Sla uw wijzigingen op.

   Het onderdeel Kaspersky Endpoint Detection and Response is ingeschakeld. Controleer de werkingsstatus van het onderdeel door het Application components status report te bekijken. U kunt de werkingsstatus van een onderdeel ook in rapporten bekijken in de lokale interface van Kaspersky Endpoint Security. Het onderdeel Endpoint Detection and Response Optimum of Endpoint Detection and Response Expert is toegevoegd aan de lijst met Kaspersky Endpoint Security-onderdelen.

4. Gegevensoverdracht naar Administration Server inschakelen

   Om alle Endpoint Detection and Response-functies in te schakelen, moet gegevensoverdracht zijn ingeschakeld voor de volgende soorten gegevens:

   • Gegevens over quarantainebestanden

     De gegevens zijn nodig om via Webconsole en Cloud Console informatie te verkrijgen over bestanden die op een computer in quarantaine zijn geplaatst. U kunt bijvoorbeeld een bestand vanuit quarantaine downloaden voor analyse in Webconsole en Cloud Console.

   • Gegevens van de bedreigingsontwikkelingsketen

     De gegevens zijn nodig om via Webconsole en Cloud Console informatie te verkrijgen over bedreigingen die op een computer zijn gevonden. U kunt detectiedetails bekijken en maatregelen nemen in Webconsole en Cloud Console.

   Gegevensoverdracht naar de Administration Server inschakelen in Webconsole en Cloud Console

   1. Selecteer in het hoofdvenster van de webconsole achtereenvolgens Devices → Policies & profiles.
   2. Klik op de naam van het Kaspersky Endpoint Security-beleid.

      U ziet nu het venster met de beleidseigenschappen.

   3. Selecteer het tabblad Application settings.
   4. Ga naar General settings → Reports and Storage.
   5. Controleer de volgende vakken in het blok Data transfer to Administration Server:
      • About Quarantine files.
      • About a threat development chain.
   6. Sla uw wijzigingen op.