Een regel van Programma-opstartcontrole toevoegen en bewerken

Zo voegt u een regel van Programma-opstartcontrole toe en bewerkt u die:

1. Open het venster met de programma-instellingen.
2. Selecteer in het gedeelte Endpoint-controle links in het venster het subgedeelte Programma-opstartcontrole.

   Rechts in het venster ziet u de instellingen van het onderdeel Programma-opstartcontrole.

3. Schakel het selectievakje Programma-opstartcontrole inschakelen in om de instellingen van het onderdeel te kunnen bewerken.
4. Voer een van de volgende acties uit:
   • Klik op de knop Toevoegen om een regel toe te voegen.
   • Als u een bestaande regel wilt bewerken, selecteert u die in de lijst met regels en klikt u op de knop Bewerken.

   Het venster Regel van Programma-opstartcontrole wordt geopend.

5. Geef de instellingen van de regel op of bewerk ze:
   1. Typ of bewerk in het veld Naam regel de naam van de regel.
   2. In de tabel Uitvoeringsvoorwaarden maakt of bewerkt u de lijst met uitvoeringsvoorwaarden die een regel activeren door op de knoppen Toevoegen, Bewerken, Verwijderen en Omzetten naar uitzondering te klikken.
   3. In de tabel Uitzonderingsvoorwaarden maakt of bewerkt u de lijst met uitzonderingsvoorwaarden die een regel activeren door op de knoppen Toevoegen, Bewerken, Verwijderen en Omzetten naar uitvoering te klikken.
   4. Wijzig indien nodig de soort voorwaarde voor de activatie van de voorwaarde:
      • Als u de soort voorwaarde wilt veranderen van een uitvoeringsvoorwaarde naar een uitzonderingsvoorwaarde, selecteert u een voorwaarde in de tabel Uitvoeringsvoorwaarden en klikt u op de knop Omzetten naar uitzondering.
      • Als u de soort voorwaarde wilt veranderen van een uitzonderingsvoorwaarde naar een uitvoeringsvoorwaarde, selecteert u een voorwaarde in de tabel Uitzonderingsvoorwaarden en klikt u op de knop Omzetten naar uitvoering.
   5. Maak of bewerk een lijst met gebruikers en/of groepen van gebruikers die al dan niet programma's mogen starten die aan de activeringsvoorwaarden van de regel voldoen. Klik hiervoor op de knop Toevoegen in de tabel Principals en hun rechten.

      Het venster Gebruikers of groepen selecteren wordt in Microsoft Windows geopend. In dit venster kunt u gebruikers en/of groepen van gebruikers selecteren.

      De waarde Iedereen is standaard toegevoegd aan de lijst met gebruikers. De regel geldt voor alle gebruikers.

      Als er geen gebruiker in de tabel is opgegeven, kan de regel niet worden opgeslagen.

   6. Schakel in de tabel Principals en hun rechten de selectievakjes Toestaan of Blokkeren naast de gebruikers en/of groepen van gebruikers in om hun recht voor het starten van programma's te bepalen.

      Het standaard ingeschakelde selectievakje hangt af van de uitvoermodus van Programma-opstartcontrole.

   7. Schakel het selectievakje Weigeren voor andere gebruikers in als u wilt instellen dat alle gebruikers die niet in de kolom Principal verschijnen en die geen lid zijn van de opgegeven groep van gebruikers in de kolom Principal geen programma's mogen starten die aan de voorwaarden voor de activatie van de regel voldoen.

      Als het selectievakje Weigeren voor andere gebruikers is uitgeschakeld, controleert Kaspersky Endpoint Security niet de opstart van programma's door gebruikers die niet zijn opgegeven in de tabel Principals en hun rechten en die niet behoren tot opgegeven groepen van gebruikers in de tabel Principals en hun rechten.

   8. Als u wilt dat Kaspersky Endpoint Security programma's die voldoen aan de activeringsvoorwaarden van de regel beschouwt als vertrouwde updaters die andere programma's mogen starten waarvoor geen regels van Programma-opstartcontrole zijn gedefinieerd, schakelt u het selectievakje Vertrouwde updaters in.
6. Klik op OK.
7. Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.