Een lijst met programma's aanmaken waarvoor alle netwerkpoorten worden gemonitord
U kunt een lijst met programma's aanmaken waarvoor Kaspersky Endpoint Security alle netwerkpoorten monitort.
We raden aan dat u alle programma's die gegevens verzenden of ontvangen via het FTP-protocol toevoegt aan de lijst met programma's waarvoor Kaspersky Endpoint Security alle netwerkpoorten monitort.
Zo maakt u een lijst met programma's aan waarvoor alle netwerkpoorten worden gemonitord:
- Open het venster met de programma-instellingen.
- Selecteer links in het venster het gedeelte Antivirusbescherming.
De instellingen van de antivirusbescherming worden rechts in het venster weergegeven.
- Selecteer in het gedeelte Gemonitorde poorten de optie Alleen geselecteerde poorten bewaken.
- Klik op de knop Instellingen.
Het venster Netwerkpoorten wordt geopend.
- Schakel het selectievakje Bewaak alle poorten voor de opgegeven programma's in.
- Doe in de lijst met programma's onder het selectievakje Bewaak alle poorten voor de opgegeven programma's het volgende:
- Schakel de selectievakjes in naast de namen van programma's waarvoor u alle netwerkpoorten wilt monitoren.
Standaard zijn de selectievakjes naast alle programma's in het venster Netwerkpoorten ingeschakeld.
- Schakel de selectievakjes uit naast de namen van programma's waarvoor u niet alle netwerkpoorten wilt monitoren.
- Schakel de selectievakjes in naast de namen van programma's waarvoor u alle netwerkpoorten wilt monitoren.
- Als een programma niet is opgenomen in de lijst met programma's, voegt u het als volgt toe:
- Klik op de koppeling Toevoegen onder de lijst met programma's en open het contextmenu.
- Selecteer in het contextmenu de manier waarop u het programma wilt toevoegen aan de lijst met programma's:
- Om een programma te selecteren uit de lijst met programma's die op de computer zijn geïnstalleerd, selecteert u de opdracht Programma's. Het venster Programma selecteren wordt geopend. Hierin kunt u de naam van het programma opgeven.
- Om de locatie van het uitvoerbare bestand van het programma op te geven, selecteert u de opdracht Bladeren. Het standaardvenster Openen wordt in Microsoft Windows geopend. Hierin kunt u de naam van het uitvoerbare bestand van het programma opgeven.
Het venster Programma wordt geopend nadat u het programma hebt geselecteerd.
- Typ in het veld Naam een naam voor het geselecteerde programma.
- Klik op OK.
Het venster Programma wordt gesloten. Het programma dat u hebt toegevoegd wordt op het einde van de lijst met programma's weergegeven.
- Klik in het venster Netwerkpoorten op OK.
- Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.