Sjablonen van berichten voor toegang tot geëncrypte bestanden bewerken

Zo bewerkt u de sjablonen van berichten voor toegang tot geëncrypte bestanden:

1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
2. Open in de map Beheerde apparaten in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de beheergroep waarvoor u de sjablonen van de berichten voor de toegang tot geëncrypte bestanden wilt bewerken.
3. Selecteer in de werkruimte het tabblad Beleid.
4. Selecteer het noodzakelijke beleid.
5. Open het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op een van de volgende manieren:
   • Selecteer in het contextmenu van het beleid de optie Eigenschappen.
   • Klik op de koppeling Beleid configureren rechts in de werkruimte van de Beheerconsole.
6. Selecteer in het gedeelte Gegevensencryptie het subgedeelte Algemene encryptie-instellingen.
7. Klik in het gedeelte Sjablonen op de knop Sjablonen.

   Het venster Sjablonen wordt geopend.

8. Doe het volgende:
   • Als u de sjabloon van het bericht van de gebruiker wilt bewerken, selecteert u het tabblad Bericht van gebruiker. Het venster Bestandstoegang geweigerd wordt geopend wanneer de gebruiker toegang tot een geëncrypt bestand probeert te krijgen wanneer er geen beschikbare code op de computer is voor toegang tot geëncrypte bestanden. Met een klik op de knop Versturen per e-mail in het venster Bestandstoegang geweigerd wordt automatisch een gebruikersbericht aangemaakt. Dit bericht wordt naar de netwerkbeheerder van het bedrijf verstuurd samen met het bestand met de aanvraag voor toegang tot geëncrypte bestanden.
   • Als u de sjabloon van het bericht van de beheerder wilt bewerken, selecteert u het tabblad Bericht van beheerder. Dit bericht wordt automatisch aangemaakt wanneer er op de knop Versturen per e-mail in het venster Toegang tot geëncrypte bestanden verlenen wordt geklikt en wordt naar de gebruiker verstuurd nadat de toegang tot geëncrypte bestanden heeft gekregen.
9. Bewerk de sjablonen van de berichten.

   U kunt de knop Standaard en de vervolgkeuzelijst Variabele gebruiken.

10. Klik op OK.
11. Klik in het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op OK om uw wijzigingen op te slaan.