Een lijst met te scannen objecten genereren

Om een lijst met te scannen objecten te genereren, kunt u een van de volgende twee methoden gebruiken:

• Op het tabblad Bescherming en controle van het hoofdvenster van het programma
• Vanuit het venster met de programma-instellingen

  Deze methode is alleen beschikbaar voor de taken Volledige Scan en Kritieke Gebiedenscan. De lijst met te scannen objecten voor de taak Aangepaste Scan kan alleen op het tabblad Bescherming en controle worden aangemaakt.

Zo maakt u een lijst met te scannen objecten aan op het tabblad Bescherming en controle van het hoofdvenster van het programma:

1. Open het hoofdvenster van het programma.
2. Selecteer het tabblad Bescherming en controle.
3. Klik op het gedeelte Taken.

   Het gedeelte Taken wordt geopend.

4. Klik rechts om het contextmenu van de regel met de taaknaam te openen en selecteer Scanbereik.

   Het venster Scanbereik wordt geopend.

5. Als u een nieuw object aan het scanbereik wilt toevoegen:
   1. Klik op de knop Toevoegen.

      Het venster Scanbereik selecteren wordt geopend.

   2. Selecteer het object en klik op Toevoegen.

      Alle geselecteerde objecten in het venster Scanbereik selecteren worden in de lijst Scanbereik weergegeven.

   3. Klik op OK.
6. Als u het pad naar een object in het scanbereik wilt wijzigen:
   1. Selecteer het object in het scanbereik.
   2. Klik op de knop Bewerken.

      Het venster Scanbereik selecteren wordt geopend.

   3. Voer het nieuwe pad naar het object in het scanbereik in.
   4. Klik op OK.
7. Als u een object uit het scanbereik wilt verwijderen:
   1. Selecteer het object dat u uit het scanbereik wilt verwijderen.

      Om meerdere objecten te selecteren, selecteert u ze terwijl u de CTRL-toets ingedrukt houdt.

   2. Klik op de knop Verwijderen.

      Een venster wordt geopend waarin u de verwijdering kunt bevestigen.

   3. Klik op Ja in het venster voor de verwijdering van de bevestiging.

   U kunt geen objecten verwijderen of bewerken die in het standaard scanbereik zijn opgenomen.

8. Om een object uit te sluiten van het scanbereik, schakelt u het selectievakje naast het object in het venster Scanbereik uit.

   Het object blijft in de lijst met objecten van het scanbereik staan maar wordt pas gescand wanneer de scantaak wordt uitgevoerd.

9. Klik op OK.
10. Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.

Zo maakt u een lijst met te scannen objecten aan vanuit het venster met de programma-instellingen:

1. Open het venster met de programma-instellingen.
2. Selecteer in het gedeelte Geplande taken links in het venster het subgedeelte met de naam van de vereiste scantaak: Volledige Scan of Kritieke Gebiedenscan.

   Rechts in het venster ziet u de instellingen van de geselecteerde scantaak.

3. Klik op de knop Scanbereik.

   Het venster Scanbereik wordt geopend.

4. Maak een lijst met te scannen objecten volgens stappen 5-10 van de bovenstaande instructies.