Taakinstellingen bewerken

26 februari 2021

ID 128158

Zo bewerkt u de instellingen van een lokale taak:

  1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
  2. Open in de map Beheerde apparaten in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de beheergroep waartoe de relevante clientcomputer behoort.
  3. Selecteer in de werkruimte het tabblad Apparaten.
  4. Selecteer de computer waarvoor u programma-instellingen wilt configureren.
  5. Klik rechts om het contextmenu van de clientcomputer weer te geven en selecteer Eigenschappen.

    Een venster met eigenschappen van de clientcomputer wordt geopend.

  6. Selecteer het gedeelte Taken.

    Een lijst met lokale taken wordt rechts in het venster weergegeven.

  7. Selecteer de noodzakelijke lokale taak in de lijst met lokale taken.
  8. Open het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op een van de volgende manieren:
    • Selecteer in het contextmenu van het beleid de optie Eigenschappen.
    • Klik op de koppeling Beleid configureren rechts in de werkruimte van de Beheerconsole.
  9. Selecteer in het venster Eigenschappen:<naam van lokale taak> het gedeelte Instellingen.
  10. Bewerk de instellingen van de lokale taak.
  11. Klik in het venster Eigenschappen: <naam van lokale taak> op OK om de wijzigingen op te slaan.
  12. Klik in het venster Eigenschappen: <naam van computer> op OK om de wijzigingen op te slaan.

Zo bewerkt u de instellingen van een groepstaak:

  1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
  2. Open in de map Beheerde apparaten de map met de naam van de relevante beheergroep.
  3. Selecteer het tabblad Taken in de werkruimte.

    Groepstaken worden in de werkruimte van de Beheerconsole weergegeven.

  4. Selecteer de noodzakelijke groepstaak.
  5. Open het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op een van de volgende manieren:
    • Selecteer in het contextmenu van het beleid de optie Eigenschappen.
    • Klik op de koppeling Beleid configureren rechts in de werkruimte van de Beheerconsole.
  6. Selecteer in het venster Eigenschappen:<naam van groepstaak> het gedeelte Instellingen.
  7. Bewerk de instellingen van de groepstaak.
  8. Klik in het venster Eigenschappen: <naam van groepstaak> op OK om de wijzigingen op te slaan.

Zo bewerkt u de instellingen van een taak voor een selectie van computers:

  1. Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
  2. Selecteer in de map Taken in de structuur van de Beheerconsole de taak voor de selectie van computers waarvan u de instellingen wilt bewerken.
  3. Open het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op een van de volgende manieren:
    • Selecteer in het contextmenu van het beleid de optie Eigenschappen.
    • Klik op de koppeling Beleid configureren rechts in de werkruimte van de Beheerconsole.
  4. Selecteer in het venster Eigenschappen: <naam van de taak voor de selectie van computers> het gedeelte Instellingen.
  5. Bewerk de taakinstellingen voor de selectie van computers.
  6. Klik in het venster Eigenschappen: <naam van de taak voor de selectie van computers> op OK om de wijzigingen op te slaan.

Met uitzondering van het gedeelte Instellingen zijn alle gedeelten in het venster met de taakeigenschappen identiek aan deze die in Kaspersky Security Center worden gebruikt. Voor een gedetailleerde beschrijving ervan raadpleegt u de beheerdershandleiding van Kaspersky Security Center. In het gedeelte Instellingen vindt u de specifieke instellingen van Kaspersky Endpoint Security 10 voor Windows. De inhoud ervan hangt af van de geselecteerde taak of het type van de taak.

Vond je dit artikel nuttig?
Wat kunnen we beter doen?
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.