Firewall inschakelen en uitschakelen

Firewall is standaard ingeschakeld en werkt in de optimale modus. U kunt indien nodig Firewall uitschakelen.

Er zijn twee manieren om het onderdeel in of uit te schakelen:

• Op het tabblad Bescherming en controle van het hoofdvenster van het programma
• Vanuit het venster met de programma-instellingen

Zo schakelt u Firewall in of uit op het tabblad Bescherming en controle van het hoofdvenster van het programma:

1. Open het hoofdvenster van het programma.
2. Selecteer het tabblad Bescherming en controle.
3. Klik op het gedeelte Bescherming.

   Het gedeelte Bescherming wordt geopend.

4. Klik rechts op de regel Firewall om het contextmenu van Firewall te openen.
5. Voer een van de volgende acties uit:
   • Selecteer in het contextmenu de optie Starten om Firewall in te schakelen.

     Het statuspictogram van het onderdeel , links in de regel Firewall, wijzigt in het pictogram .

   • Selecteer Stoppen in het contextmenu om Firewall uit te schakelen.

     Het statuspictogram van het onderdeel , links in de regel Firewall, wijzigt in het pictogram .

Zo schakelt u Firewall in of uit vanuit het venster met de programma-instellingen:

1. Open het venster met de programma-instellingen.
2. Selecteer in het gedeelte Antivirusbescherming links in het venster de optie Firewall.

   Rechts in het venster ziet u de instellingen van het onderdeel Firewall.

3. Voer een van de volgende acties uit:
   • Schakel het selectievakje Firewall inschakelen in om Firewall in te schakelen.
   • Schakel het selectievakje Firewall inschakelen uit om Firewall uit te schakelen.
4. Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.