Toegang tot een geblokkeerd apparaat verkrijgen

Deze instructies zijn bestemd voor gebruikers van clientcomputers waarop Kaspersky Endpoint Security is geïnstalleerd.

De functionaliteit van Kaspersky Endpoint Security die tijdelijke toegang tot een apparaat verleent is alleen beschikbaar als Kaspersky Endpoint Security onder het Kaspersky Security Center-beleid wordt uitgevoerd en als deze functionaliteit in de beleidsinstellingen is ingeschakeld (raadpleeg de beheerdershandleiding van Kaspersky Security Center).

Zo vraagt u toegang tot een geblokkeerd apparaat vanuit het venster met de instellingen van het onderdeel Apparaatcontrole:

1. Selecteer in het hoofdvenster van het programma het tabblad Bescherming en controle.
2. Klik op het gedeelte Endpoint-controle.

   Het gedeelte Endpoint-controle wordt geopend.

3. Klik rechts om het contextmenu van de regel te openen dat informatie over het onderdeel Apparaatcontrole bevat.

   Er wordt een menu geopend waarin u acties voor het onderdeel kunt selecteren.

4. Klik op de knop Toegang tot apparaat.

   Het venster Toegang tot apparaat vragen wordt geopend.

5. Selecteer in de lijst met aangesloten apparaten het apparaat waartoe u toegang wilt krijgen.
6. Klik op de knop Bestand met toegangsaanvraag genereren.

   Hiermee opent u het venster Bestand met toegangsaanvraag aanmaken.

7. Geef in het veld Duur van toegang op hoelang u toegang tot het apparaat wilt hebben.
8. Klik op de knop Opslaan.

   Hiermee opent u het standaardvenster Bestand met toegangsaanvraag opslaan in Microsoft Windows.

9. Selecteer in het venster Bestand met toegangsaanvraag opslaan in Microsoft Windows de map waarin u het bestand met de toegangsaanvraag voor het apparaat wilt opslaan en klik op de knop Opslaan.
10. Stuur het bestand met de toegangsaanvraag voor het apparaat naar de netwerkbeheerder.
11. Ontvang het bestand met de toegangscode voor het apparaat van de netwerkbeheerder.
12. Klik in het venster Toegang tot apparaat vragen op de knop Toegangscode activeren.

    Het standaardvenster Toegangscode openen wordt in Microsoft Windows geopend.

13. Selecteer in het venster Toegangscode openen in Microsoft Windows het bestand met de toegangscode voor het apparaat dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen en klik op Openen.

    Het venster Toegangscode voor het apparaat activeren wordt geopend. In dit venster ziet u informatie over de verleende toegang.

14. Klik in het venster Toegangscode voor het apparaat activeren op OK.

Zo vraagt u toegang tot een geblokkeerd apparaat door te klikken op de koppeling in het bericht met de melding dat het apparaat is geblokkeerd:

1. Klik op de koppeling Toegang vragen in het venster van het bericht met de melding dat een apparaat of een verbindingsbus is geblokkeerd.

   Hiermee opent u het venster Bestand met toegangsaanvraag aanmaken.

2. Geef in het veld Duur van toegang op hoelang u toegang tot het apparaat wilt hebben.
3. Klik op de knop Opslaan.

   Hiermee opent u het standaardvenster Bestand met toegangsaanvraag opslaan in Microsoft Windows.

4. Selecteer in het venster Bestand met toegangsaanvraag opslaan in Microsoft Windows de map waarin u het bestand met de toegangsaanvraag voor het apparaat wilt opslaan en klik op de knop Opslaan.
5. Stuur het bestand met de toegangsaanvraag voor het apparaat naar de netwerkbeheerder.
6. Ontvang het bestand met de toegangscode voor het apparaat van de netwerkbeheerder.
7. Klik in het venster Toegang tot apparaat vragen op de knop Toegangscode activeren.

   Het standaardvenster Toegangscode openen wordt in Microsoft Windows geopend.

8. Selecteer in het venster Toegangscode openen in Microsoft Windows het bestand met de toegangscode voor het apparaat dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen en klik op Openen.

   Het venster Toegangscode voor het apparaat activeren wordt geopend. In dit venster ziet u informatie over de verleende toegang.

9. Klik in het venster Toegangscode voor het apparaat activeren op OK.

De tijd van de verleende toegang tot het apparaat kan verschillen van de gevraagde tijd. De toegang tot het apparaat wordt verleend gedurende de tijd die de netwerkbeheerder heeft opgegeven wanneer die de toegangscode voor het apparaat heeft aangemaakt.