Het onderdeel KATA Endpoint Sensor inschakelen en uitschakelen
Het onderdeel KATA Endpoint Sensor inschakelen en uitschakelen
Zo schakelt u het onderdeel KATA Endpoint Sensor in en uit:
- Open de Beheerconsole van Kaspersky Security Center.
- Open in de map Beheerde apparaten in de structuur van de Beheerconsole de map met de naam van de relevante beheergroep waarvoor u beleidsinstellingen wilt bewerken.
- Selecteer in de werkruimte het tabblad Beleid.
- Selecteer het noodzakelijke beleid.
- Open het venster Eigenschappen: <naam van beleid> op een van de volgende manieren:
- Selecteer in het contextmenu van het beleid de optie Eigenschappen.
- Klik op de koppeling Beleid configureren rechts in de werkruimte van de Beheerconsole.
- Selecteer in het gedeelte Geavanceerde instellingen het subgedeelte KATA Endpoint Sensor.
- Voer een van de volgende acties uit:
- Schakel het selectievakje KATA Endpoint Sensor in als u KATA Endpoint Sensor wilt inschakelen.
- Schakel het selectievakje KATA Endpoint Sensor uit als u KATA Endpoint Sensor wilt uitschakelen.
- Als u tijdens de vorige stap het selectievakje KATA Endpoint Sensor hebt ingeschakeld, geeft u in het veld Serveradres het adres van Kaspersky Anti Targeted Attack Platform-server op dat uit de volgende delen bestaat:
- Protocolnaam
- IP-adres of volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) van de server
- Pad naar de Windows Event Collector op de server
- Klik op OK.
- Pas het beleid toe.
Raadpleeg de beheerdershandleiding van Kaspersky Security Center voor informatie over het toepassen van het Kaspersky Security Center-beleid.
Vond je dit artikel nuttig?
Wat kunnen we beter doen?
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.