Update-instellingen configureren
U kunt de volgende acties uitvoeren om de update-instellingen te configureren:
- Voeg nieuwe updatebronnen toe.
Op de standaardlijst met updatebronnen staan Kaspersky Security Center en Kaspersky-updateservers. U kunt andere updatebronnen aan de lijst toevoegen. U kunt HTTP-/FTP-servers en gedeelde mappen als updatebronnen opgeven.
Als verschillende bronnen als updatebronnen zijn geselecteerd, probeert Kaspersky Endpoint Security met de ene na de andere verbinding te maken, te beginnen boven aan de lijst, en voert het dan de updatetaak uit door het updatepakket vanaf de eerste beschikbare bron op te halen.
Als u een bron buiten het netwerk kiest als updatebron, moet u verbonden zijn met het internet om een update uit te voeren.
- Selecteer de regio van de Kaspersky-updateserver.
Als u Kaspersky-updateservers als updatebron gebruikt, kunt u de Kaspersky-updateserver voor de download van het updatepakket selecteren. De Kaspersky-updateservers bevinden zich in verschillende landen. Door de dichtstbijzijnde Kaspersky-updateservers te gebruiken worden de updatepakketten sneller opgehaald.
Standaard gebruikt het programma informatie over de huidige regio vanuit het register van het besturingssysteem.
- Configureer het bijwerken van Kaspersky Endpoint Security vanuit een gedeelde map.
Om internetverkeer te besparen, kunt u de updates voor Kaspersky Endpoint Security zodanig configureren dat computers in het netwerk de updates in een gedeelde map ophalen. Hiervoor ontvangt een van de computers in het netwerk een up-to-date updatepakket vanaf de Kaspersky Security Center-server of vanaf de Kaspersky-updateservers en kopieert die computer het ontvangen updatepakket naar een gedeelde map. Daarna kunnen andere computers in het netwerk het updatepakket in deze gedeelde map ophalen.
- Selecteer de uitvoermodus voor de updatetaak.
Als de updatetaak om een willekeurige reden niet kan worden uitgevoerd (de computer is bijvoorbeeld uitgeschakeld op dat moment), kunt u instellen dat de overgeslagen taak automatisch moet worden gestart zodra dit mogelijk is.
U kunt de start van de updatetaak na de start van het programma uitstellen als u de uitvoermodus Volgens schema voor de updatetaak selecteert en als de starttijd van Kaspersky Endpoint Security overeenkomt met het startschema van de updatetaak. De updatetaak kan pas worden gestart wanneer het opgegeven tijdsinterval na de opstart van Kaspersky Endpoint Security is verstreken.
- Stel in dat de updatetaak met de rechten van een ander gebruikersaccount moet worden uitgevoerd.