Kaspersky Endpoint Security 12 voor Windows

Een regel voor toegang tot apparaten bewerken

14 februari 2024

ID 123282

Regels voor toegang tot apparaten zijn een groep instellingen die bepalen hoe gebruikers toegang krijgen tot apparaten die zijn geïnstalleerd of aangesloten op de computer. Deze instellingen omvatten toegang tot een specifiek apparaat, een toegangsschema en lees- of schrijfmachtigingen. U kunt geen apparaten toevoegen die niet door Apparaatcontrole kunnen worden geclassificeerd. De toegang tot zulke apparaten is voor alle gebruikers toegestaan.

Zo bewerkt u een regel voor toegang tot apparaten:

  1. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop Pictogram met programma-instellingen in de vorm van een tandwiel..
  2. Selecteer Security ControlsApparaatcontrole in het venster met de programma-instellingen.
  3. In het blok Toegangsinstellingen, klikt u op de knop Apparaten en wifinetwerken.

    Het geopende venster toont toegangsregels voor alle apparaten die zijn opgenomen in de componentclassificatie Apparaatcontrole.

    Venster voor het configureren van toegang tot apparaten. De gebruiker kan de toegang tot apparaten configureren en aanvullende toegangsparameters instellen, zoals het toegangsschema.

    Typen apparaten in het onderdeel Apparaatcontrole

  4. Selecteer in het blok Toegang tot opslagapparaten de toegangsregel die u wilt bewerken. Het blok bevat apparaten met een bestandssysteem waarvoor u aanvullende toegangsinstellingen kunt configureren. Standaard geeft een regel voor toegang tot apparaten alle gebruikers op elk moment volledige toegang tot het opgegeven type van apparaten.
    1. In het blok Toegang, selecteert u de gepaste optie voor toegang tot het apparaat:
      • Toestaan.
      • Blokkeren.
      • Afhankelijk van verbindingsbus.

        Configureer de toegang tot de verbindingsbus om de toegang tot een apparaat te blokkeren of toe te staan.

      • Volgens regels.

        Met deze optie kunt u gebruikersrechten, machtigingen en een schema voor apparaattoegang configureren.

    2. In het blok Gebruikersrechten, klikt u op de knop Toevoegen.

      Dit opent een venster voor het toevoegen van een nieuwe regel voor toegang tot apparaten.

    Venster configuratie regel apparaatcontrole De gebruiker kan de regelprioriteit toewijzen, gebruikers aan de regel toevoegen en de regelplanning instellen.

    Instellingen van de regel voor Apparaatcontrole

    1. Wijs een prioriteit aan de regel. Een regel bevat de volgende kenmerken: gebruikersaccount, planning, machtigingen (lezen/schrijven) en prioriteit.

      Een regel heeft een specifieke prioriteit. Als een gebruiker aan meerdere groepen is toegevoegd, regelt Kaspersky Endpoint Security de apparaattoegang op basis van de regel met de hoogste prioriteit. U kunt in Kaspersky Endpoint Security een prioriteit toekennen van 0 tot 10.000. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de prioriteit. Met andere woorden, een invoer met de waarde 0 heeft de laagste prioriteit.

      U kunt bijvoorbeeld de machtiging alleen-lezen verlenen aan de groep Iedereen en de machtiging lezen/schrijven aan de groep administrators. Om dit te doen, wijst u een prioriteit van 1 toe voor de groep administrators en een prioriteit van 0 voor de groep Iedereen.

      De prioriteit van een Blokkeren-regel is hoger dan die van een Toestaan-regel. Als een gebruiker met andere woorden aan meerdere groepen is toegevoegd en de prioriteit van alle regels hetzelfde is, dan regelt Kaspersky Endpoint Security de toegang tot het apparaat op basis van een bestaande blokkeringsregel.

    2. Selecteer de status Ingeschakeld voor de toegangsregel voor apparaten.
    3. Configureer de machtigingen voor apparaattoegang van gebruikers: lezen en/of schrijven.
    4. Maak een lijst met gebruikers vanuit Active Directory.
    5. Configureer een apparaattoegangsschema voor gebruikers.
    6. Klik op Toevoegen.
  5. Selecteer in het blok Toegang tot externe apparaten de regel en configureer de toegang: Toestaan, Blokkeren of Afhankelijk van verbindingsbus indien nodig. Configureer indien nodig de verbindingsbus.
  6. Klik in het blok Toegang tot wifinetwerken op de koppeling Wifi en configureer de toegang: Toestaan, Blokkeren, of Blokkeren met uitzonderingen. Voeg indien nodig wifinetwerken toe aan de vertrouwde lijst.

    Een venster met een lijst met wifinetwerken. De gebruiker kan de toegang tot alle Wi-Fi-netwerken configureren en vertrouwde wifinetwerken toevoegen.

    Instellingen wifi-toegang

  7. Sla uw wijzigingen op.

Vond je dit artikel nuttig?
Wat kunnen we beter doen?
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.