Een apparaat vanuit de programma-interface toevoegen aan de lijst Vertrouwd

Wanneer een apparaat wordt toegevoegd aan de lijst met vertrouwde apparaten, wordt de toegang tot het apparaat standaard verleend aan alle gebruikers (de groep van gebruikers genaamd 'Iedereen').

Zo voegt u een apparaat vanuit de programma-interface toe aan de lijst Vertrouwd:

1. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop .
2. Selecteer Security Controls → Apparaatcontrole in het venster met de programma-instellingen.
3. In het blok Toegangsinstellingen, klikt u op de knop Vertrouwde apparaten.

   Dit opent de lijst met vertrouwde apparaten.

4. Klik op Selecteren.

   Dit opent de lijst met aangesloten apparaten. De lijst Apparaten hangt af van de geselecteerde waarde in de vervolgkeuzelijst Toon aangesloten apparaten.

5. Selecteer in de lijst met apparaten het apparaat dat u aan de vertrouwde lijst wilt toevoegen.
6. In het veld Opmerking kunt u alle relevante informatie over het vertrouwde apparaat opgeven.
7. Selecteer de gebruikers of groepen gebruikers waarvoor u toegang tot vertrouwde apparaten wilt toestaan. Maak een lijst met gebruikers vanuit Active Directory.
8. Sla uw wijzigingen op.