Kaspersky Endpoint Security 12 voor Windows

Inhoud en opslag van traceringsbestanden

14 februari 2024

ID 124710

U bent persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid van de gegevens die op uw computer worden opgeslagen, en in het bijzonder voor het bewaken en het beperken van de toegang tot deze gegevens totdat deze worden verstuurd naar Kaspersky.

Tracebestanden worden opslagen op de computer zolang het programma actief is en worden permanent verwijderd wanneer het programma wordt verwijderd.

Tracebestanden, behalve tracebestanden van Authenticatie-agent, worden opgeslagen in de map %ProgramData%\Kaspersky Lab\KES.21.16\Traces.

Tracebestanden krijgen de volgende naam: KES<21.16_dateXX.XX_timeXX.XX_pidXXX.><type tracebestand>.log.

U kunt opgeslagen gegevens in tracebestanden bekijken.

Alle traceringsbestanden bevatten de volgende algemene gegevens:

  • Het tijdstip van de gebeurtenis.
  • Het nummer van de uitvoeringsthread.

    Het tracebestand van Authenticatie-agent bevat deze informatie niet.

  • Het programmaonderdeel dat de gebeurtenis heeft veroorzaakt.
  • De ernst van de gebeurtenis (informatieve gebeurtenis, waarschuwing, kritieke gebeurtenis, fout).
  • Een beschrijving van de gebeurtenis die de uitvoering van een opdracht door een programmaonderdeel inhoudt en het resultaat van de uitvoering van deze opdracht.

Kaspersky Endpoint Security slaat wachtwoorden van gebruikers alleen in geëncrypte vorm op in een tracebestand.

Inhoud van de tracebestanden SRV.log, GUI.log en ALL.log

De tracebestanden SRV.log, GUI.log en ALL.log bevatten naast de algemene gegevens mogelijk ook de volgende gegevens:

  • Persoonlijke gegevens, waaronder achternaam, voornaam en tweede voornaam, als die gegevens deel uitmaken van het pad naar bestanden op de lokale computer.
  • Gegevens over de hardware die op de computer is geïnstalleerd (zoals BIOS/UEFI-firmwaregegevens). Deze gegevens worden naar tracebestanden geschreven bij het uitvoeren van Kaspersky Disk Encryption.
  • De gebruikersnaam en het wachtwoord als die openbaar zijn verzonden. Deze gegevens kunnen tijdens het scannen van het internetverkeer worden geregistreerd in tracebestanden.
  • De gebruikersnaam en het wachtwoord als ze in HTTP-headers zijn opgenomen.
  • De naam van het Microsoft Windows-account als de accountnaam deel uitmaakt van de bestandsnaam.
  • Uw e-mailadres of een webadres met de naam van uw account en het wachtwoord als deze deel uitmaken van de naam van het gevonden object.
  • Websites die u bezoekt en omleidingen van deze websites. Deze gegevens worden naar tracebestanden geschreven wanneer het programma websites scant.
  • Adres van proxyserver, naam van computer, IP-adres en gebruikersnaam om bij de proxyserver aan te melden. Deze gegevens worden naar tracebestanden geschreven als het programma een proxyserver gebruikt.
  • Externe IP-adressen waarmee de computer verbinding heeft gemaakt.
  • Onderwerp van het bericht, ID, naam van afzender en adres van de webpagina van de afzender van het bericht in het sociale netwerk. Deze gegevens worden naar tracebestanden geschreven als het onderdeel Webcontrole is ingeschakeld.
  • Gegevens over netwerkverkeer. Deze gegevens worden naar traceerbestanden geschreven als verkeersbewakingscomponenten zijn ingeschakeld (zoals Webcontrole).
  • Gegevens ontvangen van Kaspersky-servers (zoals de versie van antivirusdatabases).
  • Statussen van Kaspersky Endpoint Security-componenten en hun bedrijfsgegevens.
  • Gegevens over gebruikersactiviteit in het programma.
  • Gebeurtenissen van besturingssysteem.

Inhoud van de tracebestanden HST.log, BL.log, Dumpwriter.log, WD.log, AVPCon.dll.log

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand HST.log ook gegevens over de uitvoering van een updatetaak voor de databases en programmamodules.

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand BL.log ook gegevens over gebeurtenissen die zich tijdens de werking van het programma voordoen, alsook benodigde gegevens om fouten in het programma op te lossen. Dit bestand wordt aangemaakt als het programma met de parameter avp.exe –bl is gestart.

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand Dumpwriter.log ook benodigde servicegegevens voor het oplossen van fouten die zich voordoen wanneer het dumpbestand van het programma wordt geschreven.

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand WD.log ook gegevens over gebeurtenissen die zich tijdens de werking van de avpsus-service voordoen, waaronder updates van programmamodules.

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand AVPCon.dll.log ook gegevens over gebeurtenissen die zich tijdens de werking van de verbindingsmodule van Kaspersky Security Center voordoen.

Inhoud van bestanden met prestatietraces

Bestanden met tracebestanden krijgen de volgende naam: KES<21.16_dateXX.XX_timeXX.XX_pidXXX.>PERF.HAND.etl.

Naast de algemene gegevens bevatten bestanden met prestatietraces ook informatie over de belasting van de processor, informatie over de laadtijd van het besturingssysteem en programma's en informatie over actieve processen.

Inhoud van tracebestand van AMSI-beschermingsonderdeel

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand AMSI.log ook informatie over de resultaten van scans die op verzoek van programma's van andere leveranciers worden uitgevoerd.

Inhoud van tracebestanden van het onderdeel Mail Threat Protection

Het tracebestand mcou.OUTLOOK.EXE.log bevat naast de algemene gegevens mogelijk ook onderdelen van e-mailberichten, waaronder e-mailadressen.

Inhoud van tracebestanden van het onderdeel Scannen vanuit contextmenu

Het tracebestand shellex.dll.log bevat naast de algemene informatie ook informatie over de voltooiing van de scantaak en benodigde gegevens voor de probleemoplossing van het programma.

Inhoud van tracebestanden van de webplug-in van het programma

Tracebestanden van de webplug-in van het programma worden in de map Program Files\Kaspersky Lab\Kaspersky Security Center Web Console\logs opgeslagen op de computer waarop de Webconsole van Kaspersky Security Center is geïmplementeerd.

Tracebestanden van de webplug-in van het programma krijgen de volgende naam: logs-kes_windows-<type tracebestand>.DESKTOP-<datum van bestandsupdate>.log. Webconsole begint na de installatie gegevens te schrijven en verwijdert de tracebestanden wanneer deze wordt verwijderd.

Tracebestanden van de webplug-in van het programma bevatten naast de algemene gegevens ook de volgende informatie:

  • Wachtwoord van de KLAdmin-gebruiker voor de ontgrendeling van de Kaspersky Endpoint Security-interface (Wachtwoordbeveiliging).
  • Tijdelijk wachtwoord voor de ontgrendeling van de Kaspersky Endpoint Security-interface (Wachtwoordbeveiliging).
  • Gebruikersnaam en wachtwoord voor de SMTP-server (E-mailmeldingen).
  • Gebruikersnaam en wachtwoord voor de internetproxyserver (Proxyserver).
  • Gebruikersnaam en wachtwoord voor de taak Programmaonderdelen wijzigen.
  • Accountgegevens en paden die zijn opgegeven in Kaspersky Endpoint Security-taken en beleidseigenschappen.

Inhoud van het tracebestand van Authenticatie-agent

Het tracebestand van Authenticatie-agent is in de map met informatie over systeemvolumes opgeslagen en heeft de volgende naam: KLFDE.{EB2A5993-DFC8-41a1-B050-F0824113A33A}.PBELOG.bin.

Naast de algemene gegevens bevat het tracebestand van Authenticatie-agent ook gegevens over de werking van Authenticatie-agent en de acties die de gebruiker met Authenticatie-agent uitvoert.

Vond je dit artikel nuttig?
Wat kunnen we beter doen?
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.
Bedankt voor je feedback! Je helpt ons verbeteren.